►
Controles en aansluiting
De koelkring is zeer gevoelig voor stof en
vochtigheid, controleer of de zone rond de
verbinding droog en proper is alvorens de
doppen die de koelaansluitingen beschermen
te verwijderen.
Indicatieve waarde van het blazen: 6 bar
gedurende 30 seconden voor een verbinding
van 20 m.
Controle van de gasverbinding (grote diameter).
1
Sluit de gasverbinding aan op de uitwendige eenheid.
Blaas droge stikstof door de gasverbinding en controleer
het uiteinde ervan:
- Indien er water of onzuiverheden uit komen, gebruik
dan een nieuwe koelverbinding.
Zo niet, de fl arekoppeling realiseren en onmiddellijk
2
de verbinding op de hydraulische module aansluiten.
Controle
van
de
diameter).
3
Sluit de vloeistofverbinding aan op de hydraulische
module.
Blaas
stikstof
condensorverbinding - vloeistofverbinding en controleer
het uiteinde ervan (kant uitwendige eenheid).
- Indien er water of onzuiverheden uit komen, gebruik
dan een nieuwe koelverbinding.
- Zo niet, de fl arekoppeling realiseren en onmiddellijk
de verbinding op de uitwendige eenheid aansluiten.
Plaats de buis zeer zorgvuldig tegenover
haar koppeling om de schroefdraad niet te
beschadigen. Een goed uitgelijnde koppeling
kan gemakkelijk met de hand gemonteerd
worden zonder kracht te moeten gebruiken.
- Naargelang het geval, een adapter (verloopstuk)
1/4"- 3/8" of 1/2"- 5/8" aansluiten (zie
- Leef
de
aangeduide
31, pagina
27). Indien de aansluiting te sterk
aangedraaid is, dan deze na een lange periode breken
en een koelmiddellek veroorzaken.
1
UE
Azote
Stikstof
2
UE
Azote
Stikstof
3
UE
Stikstof
Azote
fi g. 33 - Controle van de koeltechnische leidingen
Alfea Extensa Duo A.I. R32 / INSTALLATIE / 2114 - NL
vloeistofverbinding
door
het
geheel
fi g.
32).
aanspankoppels
na
Koelleiding
Liaison
"gas"
gaz
MH*
Liaison
Koelleiding
"gas"
gaz
Liaison
Koelleiding
"vloeistof"
liquide
MH*
gaz
Gas
►
Met gas vullen van de installatie
■ Zie bijlage
Vermeld op het etiket op de binneneenheid de
hoeveelheid gas (fabriek + bijvulling) Zie
34.
Indien er koelvloeistof moet worden bijgevuld,
dan moet dit gebeuren voordat de hydraulische
module met gas gevuld wordt. Zie paragraaf
"Bijvullen".
- Verwijder de doppen (A)
toegang geven tot de bedieningen van de kranen.
- Draai eerst de vloeibare kraan (klein) volledig open en
daarna de gaskraan (grote) met een zeskantsleutel
(tegenuurwijzerzin) zonder te hard op de aanslag te
duwen.
(kleine
- Koppel de slang van de Manifold snel los.
- Monteer de 2 oorspronkelijke doppen opnieuw
gas-
(kijk hun properheid na) en span ze aan met het
aanbevolen koppel vermeld in tabel
27. De dichtheid van de doppen wordt enkel door
metaal op metaal verwezenlijkt.
- De buitenunit bevat geen bijvulling, hetgeen toelaat
om de installatie ontluchten.
- Ontluchten door spoeling is streng verboden.
▼ Finale dichtheidstest
De dichtheidstest moet worden uitgevoerd met een
goedgekeurde gasdetector (gevoeligheid 5g/jaar).
Zodra de koelkring met gas gevuld is zoals hierboven
beschreven, moet de dichtheid van alle koelaansluitingen
van de installatie gecontroleerd worden (4 aansluiting).
(fi g.
Als de fl arekoppelingen correct werden uitgevoerd,
mag er geen lek zijn. Controleer eventueel de dichtheid
van de doppen van de koelkranen.
In geval van een gaslek:
- Voer het gas terug naar de buitenunit (pump down).
De druk mag niet onder de atmosferische druk dalen
(0 bar relatief afgelezen aan het Manifold), teneinde
het opgevangen gas niet te verontreinigen met lucht
of vocht.
- De defecte aansluiting opnieuw maken,
- Herbegin de procedure voor indienststelling.
fi g. 34 - Etiket bijvullen
pagina 76
(fi g. 56, pagina
fi g.
77) die
fi g. 31, pagina
- 29 -