. . . in de temperatuuraanduiding
niets of alleen een streep brandt /
knippert?
Controleer:
of de temperatuurregelaar op een
stand staat tussen de "1" en "4".
ca. 6 uur na het inschakelen van het
apparaat of er iets in de temperatuur-
aanduiding staat.
Alleen wanneer de temperatuur van
de koelruimte tussen de 2 °C en
9 °C ligt wordt de temperatuur aan-
gegeven.
. . . de binnenverlichting in de koelzo-
ne niet meer functioneert?
Controleer of de lichtschakelaar blijft
steken.
Is dat niet het geval, dan is het gloei-
lampje kapot.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar van de
elektrische huisinstallatie uit.
Druk de zijkanten van de lampafdek-
king naar elkaar toe.
Maak de lampafdekking los.
Licht de afdekking er aan de achter-
kant uit.
Draai het gloeilampje uit de fitting en
vervang het.
Aansluitgegevens van het lampje:
220 – 240 V, max. 25 W, fitting E 14
Draai het nieuwe gloeilampje in de fit-
ting.
Let er bij het indraaien op dat de
dichting goed vast zit.
Hang de lampafdekking er aan de
achterkant weer in.
Laat de afdekking aan de zijkanten
weer vastklikken.
. . . de bodem van de koelruimte nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater is
verstopt.
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater.
Kunt u een storing ook met boven-
genoemde tips niet verhelpen, roep
dan de hulp in van de Technische
Dienst.
Open als het mogelijk is de koelkast-
deur niet vóórdat de storing is ver-
holpen. Op deze manier houdt u het
koudeverlies zo gering mogelijk.
Nuttige tips
19