Regelaar van de verwarmingsketel NAVISTEM B3000 - Installatie en Gebruik
HELP BIJ DE DIAGNOSTIEK
Code
Fout
10
610
20
Alle
26
612
28
Alle
30
614
32
616
40
Alle
46
53
50
Alle
60
59
65
60
68
61
81
82
91
98
0
99
0
412
431
110
432
436
437
4 / 116
Beschrijving
Fout externe sonde, geen signaal
Fout sonde vertrek ketel 1, geen signaal Controleer de bekabeling op ingang
Fout gemeenschappelijke
temperatuurseonde (vertrek cascade)
Fout kortsluiting sonde rookgassen
Fout temperatuursonde vertrek kring 1.
Fout sonde vertrektemperatuur kring 2.
Fout sonde retour ketel 1, geen signaal
of kortsluiting.
Fout temperatuursonde retour cascade
Fout sonde SWW 1
Fout omgevingssonde 1
Fout omgevingssonde 2
Fout omgevingssonde 3
Fout kortsluiting op BUS LPB of geen
voeding van de bus LPB.
Adressen op de bus LPB identiek.
Probleem met de EEPROM
Fout uitbreidingsmodule 1.
Fout uitbreidingsmodule 2.
Veiligheidsthermostaat bereikt:
Bekabelde thermostaat op de STB-
ingang is afgekoppeld na een te hoge
temperatuur van de ketel.
Aantal fouten 110/240 (Retourtemperatuur
te hoog tegenover de vertrektemperatuur)
in 24 uur is te hoog.
Keteltemperatuur te hoog De waarde
die met de sonde is vastgesteld aan het
vertrek van de ketel, bekabeld in ingang
B2 is te hoog.
Fout retourtemperatuur te hoog: De
temperatuur die wordt afgelezen op de
retoursonde B7 is te hoog.
Het aantal fouten 110/426 (Te snelle
temperatuurstijging) in 24 uur is te hoog.
1ste diagnose
Controleer de bekabeling op ingang
B9.
B2.
Controleer de gemeenschappelijke
sonde voor de vertrektemperatuur met
cascade, aangeduid als sonde B10
Controleer de sonde voor de
temperatuur van de rookgassen op
BX1.
De temperatuursonde van de kringen
1, 2 controleren (in het algemeen
BX21 op de betreffende AVS75).
Controleer de bekabeling op ingang
B7.
Controleer de temperatuursonde
retour cascade vermeld als sonde
B70.
Controleer de sonde B3
Controleer de goede aansluiting
van de kast die de omgevingssonde
ondersteunt
Controleer of de 2 draden van de bus
niet zijn kortgesloten of de DB en MB
niet omgekeerd zijn op een van de
ketels.
Controleer de LPB-adressering van de
regelaars.
Neem contact op met de dienst na
verkoop.
Controleer de laag van de bus
aangesloten op AVS75 van de
adressen 1 of 2.
Controleer de bekabeling van de
sondes en hun posities (potentiële
omkering van twee sondes).
00BNO9066-C