Regelaar van de verwarmingsketel NAVISTEM B3000 - Installatie en Gebruik
7.1.6.
Instelling van de vertrektemperatuur
CC1
740
741
Beperkt van de instelling voor de vertrektemperatuur (minimaal en maximimaal) berekend
door de waterwet (verwarmingscurve).
7.1.7.
Instelling van de luchtthermostaat
CC1
742
Wanneer een luchtthermostaat bepaald is op een Hx-ingang, is de instelling voor het
vertrek van het verwarmingscircuit van toepassing die hier afgesteld is.
LET OP: Stop met het volgen van een watertemperatuurregelfunctie.
7.1.8.
Verzoek om warmte uitgesteld
CC1
746
Wanneer een klep gebruikt wordt als besturingselement van het verwarmingscircuit (in
plaats van een pomp), kan de warmte-aanvraag die verstuurd wordt naar de generator
uitgesteld worden zolang de klep volledig open staat.
7.2.
Optimalisering
7.2.1.
ECO functies
CC1
730
732
Schakeling zomer/winter:
De schakeling zomer/winter activeert/deactiveert de verwarming gedurende het jaar
volgens het temperatuurrapport. De verandering wort automatisch uitgevoerd wanneer
de automatische modus wordt geselecteerd, waardoor de gebruiker de verwarming niet
aan of uit hoeft te zetten. Iedere wijziging van de ingangswaarde verkort of verlengt de
respectievelijke verwarmingsperioden (zomer/winter).
38 / 116
Lijnnr.
CC2
CC3
1040
1340
1041
1341
Lijnnr.
CC2
CC3
1042
1342
Gew wrde aanv ruimtetherm
Lijnnr.
CC2
CC3
1046
1346
Vertr. warmte vraag
Lijnnr.
CC2
CC3
1030
1330
Zomer/Winter verw grens
1032
1332
24 h verwarmingsgrens
Programmering
Min gewenste aanvoertemp
Max gewenste aanvoertemp
Programmering
Programmering
Programmering
Mogelijke waarden
8 ... 95 °C
8 ... 95 °C
Mogelijke waarden
8 ... 95 °C
Mogelijke waarden
0 ... 600 s
Mogelijke waarden
8 ... 30 °C
-10 ... 10 °C
00BNO9066-C