Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarmfunctie; Problemen Oplossen; Dubbele Adressering; Ongeldige Camera-Ingang Gekozen - Philips VSS7370/D3T Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Alarmfunctie

Wanneer een sensor een alarm-/actiemodule (optioneel)
activeert, wordt de alarmfunctie van het systeem geactiveerd.
In een alarmsituatie:
1 Monitor "aan":
De monitor schakelt over naar de camera-ingang waaraan
de alarm-/actiemodule is toegewezen.
Op het scherm verschijnt knipperend de melding "AL"
en het desbetreffende camera-ingangnummer wordt
onderaan het monitorscherm weergegeven.
Gedurende max. 3 minuten klinkt een zoemtoon.
Het alarm-uitgangscontact wordt gedurende max. 15
minuten geactiveerd (claxon, sirene of telefoonkiezer).
De alarm-informatie wordt gedurende max. 3 minuten
aan de slave monitor (optioneel) doorgegeven.
De chronologische lijst wordt bijgewerkt met de gegevens
van deze alarmsituatie.
2 Monitor "in spaarstand":
Er zijn twee mogelijkheden:
Geen stil-alarmfunctie (stil-alarmfunctie UIT)
De monitor schakelt "aan" (zie hierboven).
Stil-alarmfunctie AAN
Het alarm-uitgangscontact wordt gedurende max. 15
minuten geactiveerd (claxon, sirene of telefoonkiezer).
De alarm-informatie wordt gedurende max. 3 minuten
aan de slave monitor (optioneel) doorgegeven.
De chronologische lijst wordt bijgewerkt met de gegevens
van deze alarmsituatie.
Alarm uitschakelen:
Het alarm wordt uitgeschakeld door een willekeurige
toets in te drukken. De monitor keert terug in de
toestand van vóór de alarmsituatie.
Indien de oorzaak van het alarm niet is opgeheven, blijft
op de monitor de alarmmelding staan (niet knipperend);
de melding verdwijnt pas nadat de oorzaak is opgeheven.
Wanneer er tijdens een alarmsituatie geen toets wordt
aangeraakt, schakelt de monitor automatisch de
alarmfuncties uit na max. 15 minuten. De
systeemmonitor keert terug in de toestand van vóór de
alarmsituatie. De alarmmelding blijft op het scherm
staan knipperen, totdat er een toets wordt aangeraakt.
Gebeurt dit, dan zijn er twee mogelijkheden:
1 De oorzaak van de alarmsituatie is niet opgeheven; op de
monitor blijft de alarmmelding staan (niet knipperend).
2 De oorzaak van het alarm is wel opgeheven; de
alarmmelding verdwijnt.
Opmerking: Bij een storing in een kabelverbinding
verdwijnt de alarmmelding niet van het scherm als er een toets
wordt aangeraakt. Om deze melding te doen verdwijnen moet
eerst de monitor worden uitgeschakeld, de defecte kabel worden
gerepareerd en daarna moet de monitor weer worden
ingeschakeld.
49

Problemen oplossen

Dubbele adressering

Als de systeemmonitor twee modules met dezelfde
instelling van de schakelaars CAMERA # en BOX
ontdekt, verschijnt de volgende foutmelding:
DOUBLE ADDRESSING
"Accessoirenaam"
INPUT X/X
Verklaring:
INPUT X/X
de werkelijke nummers van de camera-
ingang waarop de beide modules zijn
aangesloten.
Als een toets wordt ingedrukt, verdwijnt de melding van
het monitorscherm.
Opmerking: Hoewel de camera's zullen werken, functioneert
geen van de accessoires op enige lijn.

Ongeldige camera-ingang gekozen

Het cameranummer van een intercom- of alarm-/
actiemodule mag niet worden ingesteld op een camera-
ingang waarop geen camera is aangesloten. Als de
systeemmonitor een keuze van een ongeldige camera-
ingang ontdekt, verschijnt de volgende melding:
INPUT X
"Accessoirenaam"
HAS NO VALID
CAMERA SELECTION
Zet de systeemmonitor UIT.
Wijzig met behulp van de CAMERA-#-schakelaar in de
module (zie handleiding van de module) het
cameranummer.
Zet de systeemmonitor AAN.
Opmerking: Hoewel de camera's zullen werken, functioneert
geen van de accessoires op enige lijn.

Systeemfout

Wanneer bij de SYSTEM CHECK een systeemfout wordt
ontdekt, klinkt er een pieptoon. Op het monitorscherm
verschijnt de volgende melding:
OBSERVATION SYSTEM
VERSIE x.x
SYSTEM ERROR
SERVICE REQUIRED
Wanneer een toets wordt ingedrukt, stopt de pieptoon en
verdwijnt de melding van het scherm.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vss7370/10tVss7370/c3t

Inhoudsopgave