Netspanning:
De monitor is geschikt voor een netspanning van
100-240 V~, 50/60 Hz.
Door de systeemmonitor wordt via de systeemkabel een
veilige laagspanning (16-32V ) geleverd aan de camera('s)
en de aansluitingen voor hulpapparaten in het systeem.
De systeemmonitor, camera('s) en accessoires worden
automatisch ingeschakeld wanneer de systeemmonitor
met de hoofdschakelaar aan de achterzijde wordt
ingeschakeld.
Aansluitings- en bedieningselementen
2
3
Colour Observation system
talk action
1
11 12
13
14
Microfoon
1
Spreken
2
Door deze knop ingedrukt te houden kunt u door de
optionele intercom spreken (knop loslaten om te
luisteren).
Actie
3
Met behulp van deze knop kunt u met een optionele
Alarm/Action box bijvoorbeeld een deur openen.
Keuzemenu
4
Keuzemenu op het beeldscherm aan/uit.
Opmerking: Als er binnen 30 seconden geen toets wordt
aangeraakt, wordt het keuzemenu automatisch uitgeschakeld.
Neer
5
Er zijn twee mogelijkheden:
Keuzemenu uit
Met deze toets wordt de ingang van de vorige camera
•
(videobeeld + geluid) gekozen.
Keuzemenu aan
Met deze toets wordt de waarde van een gekozen
•
menu-onderdeel verminderd of veranderd.
43
4
5
6
7
8
9 10
_
menu
+
auto
next
view
15
CL 66610005_002.AI
Op
6
Er zijn twee mogelijkheden:
Keuzemenu uit
Met deze toets wordt de ingang van de volgende camera
•
(videobeeld + geluid) gekozen.
Keuzemenu aan
Met deze toets wordt de waarde van een gekozen
•
menu-onderdeel vermeerderd of veranderd.
Auto/volgende
7
Er zijn twee mogelijkheden:
Keuzemenu uit
Met deze toets wordt de automatische sequentiefunctie
•
aan-/uitgeschakeld.
Opmerking: De automatische sequentiefunctie werkt alleen
als er meer dan één camera is geïnstalleerd.
Keuzemenu aan
Met deze toets wordt het volgende menu-onderdeel
•
gekozen.
Beeld
8
Met deze toets kunnen de verschillende beeldfuncties
worden geselecteerd.
De volgende beeldfuncties zijn beschikbaar:
Camerafunctie
•
Camera-sequentiefunctie
•
Videorecorder-ingang
•
Indicatie-LED voor systeemfuncties
9
De volgende standen zijn mogelijk:
Indicatie "stroom ingeschakeld" (LED is groen)
•
Indicatie "spaarstand" (LED is rood)
•
Indicatie "stil alarm" (LED is geel-oranje)
•
Indicatie "alarmsituatie tijdens stil-alarmfunctie/
•
spaarstand" (LED knippert rood)
Spaarstand/In werking
10
Beeld en geluid van de monitor aan/uit.
Volume
11
Volumeregeling voor het geluid van de camera of
intercom-module (optioneel).
Kleurschakering
12
Regeling van kleurschakering
Opmerking: Deze regeling is op de Europese uitvoering niet
aanwezig.
Kleur
13
Regeling van kleurintensiteit.
Helderheid
14
Helderheidsregeling
Contrast
15
Contrastregeling