CCS51D
7
Inbedrijfname
7.1
Installatiecontrole
Waarborg voor de eerste inbedrijfname, dat:
• De sensor is correct geïnstalleerd.
• de elektrische aansluiting correct is uitgevoerd.
• Er is voldoende elektrolyt aanwezig in de membraankap en de transmitter toont geen
waarschuwing over elektrolyttekort.
Noteer de informatie op het veiligheidsspecificatieblad om veilig gebruik van de
elektrolyt te waarborgen.
Houd de sensor na de inbedrijfname altijd vochtig.
WAARSCHUWING
L
Ontsnappend procesmedium
Gevaar voor lichamelijk letsel door hoge druk, hoge temperatuur of chemische stoffen
‣
Voordat de druk op een armatuur met reinigingssysteem wordt geactiveerd, moet worden
gewaarborgd dat het systeem correct is aangesloten.
‣
Installeer de armatuur niet in het proces wanneer u de correcte aansluiting niet
betrouwbaar kunt uitvoeren.
7.2
Sensorpolarisatie
De spanning die wordt geactiveerd door de transmitter tussen de arbeidselektrode en
tegenelektrode polariseert het oppervlak van de arbeidselektrode. Daarom moet u, na
inschakelen van de transmitter met aangesloten sensor, wachten tot de polarisatieperiode is
verlopen voordat de kalibratie wordt gestart.
Teneinde een stabiele displaywaarde te realiseren, heeft de sensor de volgende
polarisatieperiodes nodig:
Eerste inbedrijfname
Opnieuw in bedrijf nemen
7.3
Sensorkalibratie
Referentiemeting conform de DPD-methode
Voer, voor het kalibreren van meetsysteem, een colorimetrische vergelijkingsmeting uit
conform de DPD-methode. Chloor reageert met diethyl-p-fenyleendiamine (DPD) waarbij een
rode kleurstof wordt geproduceerd. De intensiteit van de rode kleur is proportioneel met het
chloorgehalte.
Meet de intensiteit van de rode kleur met een fotometer (bijv . PF-3→ 42) . De fotometer
geeft het chloorgehalte aan.
Endress+Hauser
60 min.
30 min.
Inbedrijfname
29