Bedieningsmogelijkheden
Functiegroep
Functie
FCUR
OUT
MODE
Uitgang 2
UNIT
FUNC
SP
SPL
RSP
28
Instellinge
n
Foutstroom
MIN
MAX
HOLD
Schakelmodus
FLOW
TEMP
Technische
xC
eenheid
xF
Schakelkarakteri
HYNC
stieken
HYNO
Waarde
0,0
schakelpunt
Schakelpunt
RUN
"Learn"
WAIT
Terugschakelpun
0,0
twaarde
Flowphant T DTT31, DTT35
Beschrijving
Stroomwaarde in geval van een storing:
MIN = ≤ 3,5 mA
MAX = ≥ 21,7 mA
HOLD = laatste stroomwaarde
Fabrieksinstelling: MAX
Uitgang schakelmodus FLOW: doorstroming
of TEMP: temperatuur
Fabrieksinstelling: temperatuur (TEMP)
Selectie temperatuureenheid (°C or °F)
Functie is alleen zichtbaar wanneer de
schakelmodus MODE is ingesteld voor
temperatuur TEMP in de tweede
uitgang.
Fabrieksinstelling: °C
HYNC: hysterese/NC-contact
HYNO: hysterese/NO-contact
→ 26
Fabrieksinstelling: HYNO
Invoeren waarde
5 ... 100% in stappen van 1 %.
Fabrieksinstelling: 50%
Invoeren waarde –15 ... +85 °C (–5 ... +185 °F)
in stappen van 1 °C (1 °F) wanneer de
schakelmodus MODE is ingesteld op
temperatuur TEMP.
Fabrieksinstelling: 55 °C
RUN, WAIT: neem de actuele doorstroming
als schakelpunt SP. Zie "Navigatie
leerfunctie"→ 11, 20.
Invoeren waarde 0 ... 95% in stappen van 1 %.
Waarde moet tenminste 5 % minder
zijn dan schakelpunt SP.
Fabrieksinstelling: 40 %
Invoeren waarde –20 ... +80 °C (–4 ... +176 °F)
in stappen van 1 °C (1 °F) wanneer de
schakelmodus MODE is ingesteld op
temperatuur TEMP.
Waarde moet tenminste 5 °C (9 °F)
minder zijn dan schakelpunt SP2.
Fabrieksinstelling: 50 °C
Endress+Hauser