Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inloop- En Uitlooplengten - Endress+Hauser Flowphant T DTT31 Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

Montage
2.
Vlak gelast of gelast met lasradius ≥ 3,2 mm (0,13 in).
3.
Vermijd spleten, vouwen of gaten.
4.
Waarborg dat het oppervlak is gehoond en gepolijst, Ra ≤ 0,76 µm (30 µin).
Let op het volgende bij het installeren van de thermometer om de reinigbaarheid te
waarborgen:
1.
De geïnstalleerde sensor is geschikt voor CIP (cleaning in place). Her reinigen wordt
uitgevoerd in combinatie met het leidingwerk of de tank/reservoir. In geval van interne
tankelementen met procesaansluitnozzles, is het van belang te waarborgen dat de
reinigingsarmatuur direct dit gebied besproeid zodat het goed wordt gereinigd.
2.
De Varivent®-koppelingen maken een vlakke montage mogelijk.
LET OP
De volgende actie moet worden uitgevoerd wanneer een afdichtring (O-ring) of
afdichting ontbreekt:
De thermometer moet worden verwijderd.
Het koppelings-/afdichtoppervlak van het schroefdraad en de O-ring moet worden
gereinigd.
De afdichtingsring of afdichting moet worden vervangen.
CIP moet na de installatie worden uitgevoerd.
4.1.5

Inloop- en uitlooplengten

LET OP
Het thermische meetprincipe is gevoelig voor verstoorde doorstroomomstandigheden.
Installeer het meetinstrument op zo groot mogelijke afstand van doorstroomverstoringen.
Voor meer informatie → ISO 14511.
Installeer de sensor bovenstrooms van fittingen zoals kleppen, T-stukken of bochten.
Teneinde de gespecificeerde nauwkeurigheid van het meetinstrument te realiseren,
moeten de onderstaand minimale inloop- en uitlooplengten worden aangehouden.
Houd de grootste inlooplengte aan, wanneer verschillende doorstroomverstoringen
aanwezig zijn.
14
Flowphant T DTT31, DTT35
Endress+Hauser

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Flowphant t dtt35

Inhoudsopgave