4.
Tik op de naam van de computer waarmee u verbinding wilt maken.
5.
Schakel het selectievakje Use a secure, encrypted connection (Veilige en gecodeerde
verbinding gebruiken) in en tik vervolgens op Voltooien.
6.
Voer een PIN-code in op de HP iPAQ en de computer om een apparatenpaar in te stellen tussen
de beide apparaten om met de gegevensoverdracht te beginnen.
TIP:
Schakel Bluetooth na het synchroniseren uit om accuvoeding te besparen.
Profielen voor Bluetooth-apparaten
De functies die Bluetooth ondersteunt, worden services of profielen genoemd. U kunt alleen met
Bluetooth-apparaten communiceren die minimaal een van de volgende profielen ondersteunen:
●
ActiveSync: maakt gebruik van Serial Port Profile (SPP) om verbinding te maken met ActiveSync
op een computer
●
Advanced Audio Distribution Profile (A2DP)
●
Audio Video Remote Control Profile (AVRCP)
●
Basic Imaging Profile (BIP)
●
Basic Printer Profile (BPP)
●
Dial-up Networking (DUN)
●
File Transfer Protocol (FTP)
●
Generic Access Profile (GAP)
●
Headset Support Profile (HSP)
●
Human Interface Device Profile (HID)
●
Object Exchange (OBEX) Protocol
●
Object Push Protocol (OPP)
●
Personal Area Network (PAN)
●
Serial Port Profile (SPP)
●
Service Discovery Protocol (SDP)
Bluetooth-verbinding instellen, opheffen en accepteren
U kunt gegevens uitwisselen tussen de HP iPAQ en een ander apparaat dat over Bluetooth-
mogelijkheden beschikt. Daartoe moet eerst een Bluetooth-verbinding tussen de twee apparaten
worden ingesteld.
OPMERKING:
tussen twee apparaten met Bluetooth-mogelijkheden. De apparaten moeten detecteerbaar zijn.
Ga als volgt te werk om verbindingen te maken:
1.
Zorg dat de twee apparaten zijn ingeschakeld, detecteerbaar zijn en zich niet te ver van elkaar
bevinden.
2.
Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth.
24
Hoofdstuk 6 Verbindingen
Zorg dat Bluetooth op beide apparaten is ingeschakeld als u gegevens wilt uitwisselen