Instrumentconfiguratie
54
Deze procedure is echter geen absolute voorwaarde voor het uitvoeren van de kalibratie. U
kunt tevens drie verschillende monsters van het medium nemen en de troebelheids- resp. vaste
stof concentratiewaarde daarvan bepalen. -Daarbij moet echter aan de volgende voorwaarden
worden voldaan:
• De kalibratie moet in relatie tot de concentratie in oplopende volgorde worden uitgevoerd.
• De drie monsters moeten met betrekking tot de meetwaarde onderling minstens 10% verschil-
len.
• Bij een hogere vaste stof concentratie is als nuloplossing schoon water voldoende.
Opmerking:
•
Slibmonsters neigen tot aangroei.
Roer daarom het monster goed
door, eventueel ook tijdens de kali-
bratie. Bij het roeren geen draai-
kolk vormen; roer niet in een cirkel.
•
De bij de driepuntskalibratie bere-
kende karakteristiek wrodt in de
momenteel gekozen kalibratie-
record (zie veld B4) opgeslagen.
Wanneer de niet veranderbare
(read only) kalibratierecord nr. 1 is
gekozen, dan is geen kalibratie
mogelijk.
Beheer van de kalibratierecords van de meetversterker
Voor ieder toepassingsbereik (FNU, NTU, ppm, g/l, %) staan drie kalibratierecords ter beschik-
king. Van deze drie records (monsterkarakteristieken) is er een af fabriek onveranderbaar inge-
programmeerd (read only). De twee andere zijn af fabriek bezet met standaard karakteristie-
ken, die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd en aangepast (driepuntskalibratie,
eenpuntsaanpassing, inbouwinregeling).
FNU / NTU
Formazine
Recordnr. 1
(read only)
Formazine
Recordnr. 2
(veranderbaar)
Formazine
Recordnr. 3
(veranderbaar)
Opmerking:
De records worden in de sensor op-
geslagen. Bij vervangen van de
meetversterker gaan er dus geen
data verloren. Deze worden automat-
isch (overeenkomstig de keuze) in
de meetversterker ingelezen.
Liquisys M CUM 223 / 253
•
Wijken de berekende relatieve kali-
bratieresultaten met meer dan –50
% / +100 % af van de referentie-
waarde 100 %, dan wordt er een
waarschuwing actief (E804). De
kalibratie kan echter wel worden
overgenomen.
•
Wanneer de berekende resultaten
buiten de toegestane grenswaar-
den liggen, dan wordt een kalibra-
tiefout gemeld (E045). De kalibra-
tie wordt niet overgenomen.
•
Voor de kalibratie moet de gas-
beldrempel in veld B9 = 3,0% be-
dragen.
ppm resp. mg/l
g/l
SiO
Actief slib
2
(read only)
(read only)
Kaoline
Actief slib
(veranderbaar)
(veranderbaar)
SiO
Actief slib
2
(veranderbaar)
(veranderbaar)
%
Betonrestwater
(read only)
Betonrestwater
(veranderbaar)
Betonrestwater
(veranderbaar)
Endress+Hauser