De wasmachine waterpas
zetten
Als de vloer niet vlak is, draait u de verstelbare
poten zoals vereist (plaats geen stukjes
hout enz. onder de poten). Zorg ervoor dat
alle vier de poten stabiel zijn en op de vloer
rusten en controleer dan of het apparaat
perfect horizontaal staat (gebruik hiervoor een
waterpas).
• Zodra de wasmachine waterpas staat, draait u
de borgmoeren richting de onderkant van de
wasmachine. Alle borgmoeren moeten worden
aangetrokken.
Verhogen
Borgmoer
Diagonale controle
• Wanneer u diagonaal op de hoeken en
zijkanten van de wasmachine drukt, mag
de wasmachine helemaal niet bewegen
(controleer dit aan beide kanten). Als de
machine schommelt bij het diagonaal duwen
van de bovenplaat van de machine, stelt u de
poten weer af.
OPMERKING
• Hout of zwevende vloeren kunnen bijdragen
aan overmatige trillingen en onbalans.
• Als de wasmachine is geïnstalleerd op een
verhoogd platform, moet hij stevig worden
bevestigd om het risico van vallen te
elimineren.
Verlagen
Draai alle 4
borgmoeren stevig vast
Aansluiten watertoevoerslang
• De watertoevoerdruk moet tussen 0,1 MPa en
1,0 MPa (1,0‒10,0 kgf/cm
• Slijp de toevoerslang niet af en draai hem niet
scheef in als u hem aansluit op de afsluiter.
• Indien de waterleidingdruk hoger is dan 1.0
MPa, moet een decompressiesysteem worden
geïnstalleerd.
• Controleer regelmatig de staat van de slang en
vervang de slang indien nodig.
Controleren van de
rubberen afdichting op de
watertoevoerslang
Twee rubberen afdichtingen worden geleverd
met de waterinlaatslangen. Ze worden gebruikt
voor het vermijden van waterlekken. Zorg ervoor
dat de aansluiting op de kranen goed dicht is.
Slangconnector
Rubberen afdichting
Slangconnector
Rubberen afdichting
NL
) liggen.
2
15