Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
dan het hoogste punt van de aangrenzende
constructie is, als dit het geval is.
De binnenwanden moeten glad en vrij van
obstakels zijn.
Vermijd vernauwingen in pijpaansluitingen in
gemetselde schoorstenen.
Het is belangrijk dat de pijpaansluitingen goed
afgedicht
zijn
schoorsteen te voorkomen.
2.2. Opbouw van de kachel.
1. Wanneer u de kachel gaat neerzetten, verifieer de
veiligheidsafstanden tot de stookmaterialen voor
elk model op het veiligheidsapparaat. Zoek indien
nodig een andere plek voor de kachel rekening
houdend met de minimum vereiste afstanden van
het apparaat.
2. Zet de kachel op de grond. Als de vloer van een
brandbaar materiaal is (bijv. parket) dan moet dit
worden beschermd door een plaat van niet
brandbaar materiaal onder de kachel te leggen en
er omheen. De afmetingen moeten zo zijn dat het:
20cm achter en aan de zijkanten, en 50cm voor
uitsteekt.
3. Sluit de schoorsteen aan de kachel aan en sluit deze
goed af.
4. De
kachel mag nooit aan luchtpijpen
ventilatiesystemen worden aangesloten.
5. Er moeten geschikte brandbarrières / wartels
worden geïnstalleerd als deels van het rookkanaal
door vloeren en/of plafonds loopt. De isolatie moet
minstens 50mm dik zijn vanaf het rookkanaal tot de
opbouw. De wanden moeten worden beschermd
als de schoorsteen zich niet op de aangegeven
veiligheidsafstand bevindt en het schade kan
opbrengen (zie afb. 2).
Thermische isolatie
Betonplaat
SLUIT EEN KACHEL NOOIT AAN EEN SCHOORSTEEN
DIE IN GEBRUIK IS VOOR EEN ANDER APPARAAT.
om
luchttoevoer
Rookkanaal
Metalen
afwerking
Afb. 2
Minimale
totale hoogte
van 4,5 m
in
de
Genoeg vrije ruimte, ook voor
onderhoud en luchtcirculatie.
Afb. 3.- Aansluitingsvoorbeeld aan een gemetselde schoorsteen
of
Afb. 4. – Aansluiting van de kachel aan de schoorsteen.
19
Rookkanaal
Kentekenplaat
Zo laag mogelijk
geplaatst om de
convectie te
bevorderen
Schoonmaak
toegang
Kentekenplaat
met toegang
tot
schoorsteen
Advertenties
Inhoudsopgave
