moet u zich oefenen de timing te verkrijgen
die nodig is om het maaien van overgebleven
gras tot het minimum te beperken.
3.
Zorg ervoor dat een nieuwe maaibaan de vorige
maaibaan zo weinig mogelijk overlapt.
Opmerking:
Om ervoor te zorgen dat u het
gazon in een rechte lijn maait en de machine
op een gelijke afstand van de rand van de
vorige maaibaan blijft, moet u uitgaan van een
denkbeeldige zichtlijn, ongeveer 1,8 tot 3 m vóór
de machine tot de rand van het ongemaaide
deel van de green
Sommige bestuurders vinden het handig de
buitenrand van het stuurwiel deel te laten
uitmaken van de zichtlijn; d.w.z. de rand van
het stuurwiel in een rechte lijn te houden ten
opzichte van een punt dat altijd op dezelfde
afstand van de voorkant van de machine blijft
(Figuur
39).
Figuur 39
1. Uitlijningsteken
2. Maai het gras aan de
linkerkant.
4.
Als de voorkant van de manden over de rand
van de green komen, moet u het hefpedaal
intrappen.
Opmerking:
Hiermee brengt u de
messenkooien tot stilstand en brengt u de
maaidekken omhoog. De timing van deze
procedure is belangrijk om te voorkomen dat de
maaidekken het aangrenzende terrein maaien.
Het is echter raadzaam een zo groot mogelijk
deel van de green te maaien om de hoeveelheid
gras langs de buitenrand dat nog moet worden
gemaakt, tot het minimum te beperken.
(Figuur
39).
3. Blijf u richten op een
punt op 1,8-3 m vóór de
machine.
5.
U kunt de werktijd bekorten en de machine
eenvoudig voor de volgende maaibaan
opstellen door de machine een ogenblik in de
tegenovergestelde richting te draaien en daarna
in de richting van het ongemaaide deel; d.w.z.
als u naar rechts wilt draaien, draait u eerst iets
naar links en dan naar rechts.
Opmerking:
machine sneller richten voor de volgende
maaibaan.
Volg dezelfde procedure als u in de andere
richting draait. Het is verstandig een draaiing zo
kort mogelijk maken. Maak echter bij warm weer
een ruimere boog om het gras zo min mogelijk
te beschadigen.
Belangrijk:
stilstand brengen op een green terwijl de
messenkooien van het maaidek draaien,
omdat hierdoor de green kan worden
beschadigd. Laat de machine ook niet
stoppen op een natte green omdat de wielen
van de machine dan sporen of afdrukken
kunnen achterlaten.
6.
Maak het werk af door de buitenste rand van de
green te maaien en plaats de vlaggen terug.
Opmerking:
richting maait dan de voorgaande keer. Let altijd
op het weer en de gazonomstandigheden en
zorg ervoor dat u in een andere richting maait
dan de voorgaande keer.
Opmerking:
de buitenrand, moet u even de maai-/hefhendel
naar achteren trekken zodat de messenkooien
uitschakelen zonder dat u deze omhoog brengt.
Blijf vooruit maaien tot de messenkooi stopt met
draaien en rijd vervolgens van de green af en
g017821
breng de messenkooien omhoog (dit voorkomt
dat er gras op de green terechtkomt terwijl u de
messenkooien omhoog brengt).
7.
Verwijder al het maaisel uit de grasmanden
voordat u de machine naar een volgende green
rijdt.
Opmerking:
een overmatige belasting van de manden en
voegt onnodig gewicht toe aan de machine,
waardoor de motor, het hydraulische systeem,
de remmen, enz. zwaarder worden belast.
Met de machine rijden
zonder te maaien
Zorg ervoor dat de maaidekken volledig omhoog zijn.
Zet de schakelhendel in de transportstand. Gebruik
35
Op deze manier kunt u de
U mag de machine nooit tot
Zorg ervoor dat u in een andere
Aan het einde van het maaien van
Zwaar en vochtig maaisel vormt