19
20
21
21a
22
23
25
24
41
40
8
Contrôleur de brosse
Les voyants lumineux électroniques placés sur la
tête de brosse contrôlent le positionnement de la
brosse.
Lumière verte : brosse tournant correctement et
bien réglée. Lumière verte et rouge : Réglez la
brosse en tournant le bouton de réglage (23) vers
le chiffre inférieur. Si la lumière est encore rouge
à la position 1, la barrette de brosse est usée et il
faut la changer.
Lumière rouge : la brosse est bloquée et ne tourne
pas. Arrêtez les moteurs et procédez à un contrôle
qui est souvent un simple nettoyage.
Attention – Avant toute maintenance, arrêter l'appa-
reil et retirer la fiche de secteur.
6. Maintenance
Changer le sac poussière
Pour changer le sac, enlever le couvercle (10) du
compartiment sac poussière. Appuyer le levier (20)
jusqu'à ce que le sac se laisse sortir de l'embout.
Fermer le sac poussière avec le dispositif (21A).
Insérer la partie cartonnée (21) étroite du nouveau
sac dans le logement (22). Appuyer sur le levier
(20) et pousser le sac jusqu'à ce que l'embout du
tube soit en place, remettre le levier à l'horizontal.
Changer le filtre
Nettoyer le filtre moteur (23) si nécessaire, le
changer tous les 20 sacs poussière. Changer le
filtre d'évacuation d'air quand celui-ci est très sal.
N'utilisez pas les sacs filtrants plus d'une fois.
Changer le filtre
Filtre de sécurité (23) - nettoyer la saleté en
tapotant, remplacer après environ 20 échanges
de sacs filtrants.
40
Remplacez le filtre à air (24) - quand il devient sale.
Extraire le couvercle du filtre à air par pression
dans l'auge et le tirer vers le bas. Extraire le filtre
d'évacuation d'air (40) sur les deux surfaces de
préhension (41) et insérer la pièce de rechange.
Placez ensuite le couvercle sur le boîtier de filtre
et faites-le glisser depuis le bas dans le sens de la
flèche jusqu'au boîtier du moteur jusqu'à ce que
la patte de verrouillage s'enclenche.
Ne pas laver le filtre.
Silencieux
42
Le silencieux (42) est situé derrière le filtre à air
d'échappement (40) et ne doit pas être remplacé
ou nettoyé pendant le fonctionnement normal.
Si le nettoyage est nécessaire en raison de
circonstances particulières, retirez le filtre à air
(40) et retirez le bloc de silencieux (42) de l'unité.
Pour le nettoyage, le tapoter devrait également
être suffisant dans ce cas.
Après cela, le silencieux doit être inséré dans
l'appareil avec le côté biseauté à gauche.
Réinstallez ensuite le filtre d'échappement.
Borstel controle
De borstelcontrole bewaakt continue de werking
van de borstel.
Groene lamp : Borstel werkt goed
Groene en Rode Lamp : tapijtborstel d.m.v. het
draaien van de Verstelknop (19) op een lager
getal draaien.
In stand 1 en Groene en Rode lamp : borstelstrip
vernieuwen.
Rode lamp gaat aan en uit : borstel is geblokkeerd
of overbelast. Toestel uitschakelen, stekker
verwijderen uit stopcontact en controleren of de
borstel niet geblokkeerd is of vuil is.
OPMERKING : altijd de stekker uit het stopcontact
verwijderen vooraleer men begint met onderhoud
of reiniging van het toestel.
6. Onderhoud
Stofzak wisselen
Neem het deksel (10) weg en druk hendel (20)
naar beneden en neem de stofzak weg uit de
slang connectie. Schuif de bovenkant vd nieuwe
stofzak (21) in de gleuf (22) rechts en druk hendel
(20) naar beneden. Schuif nu de stofzak over de
slangconnectie zodanig dat de bovenkant van
de stofzak mooi horizontaal zit alsook hendel
(20). Men kan de volle stofzak afsluiten met het
kartonnen plaatje.(21).
Filter wisselen
Na ongeveer 20 stofzakken de motor Filter
vervangen. Vervang tegelijkertijd ook de
uitlaatfilter.
Gebruik de filterzak niet meer dan één keer.
Verander filter
Veiligheidsfilter (23) - reinig het vuil door
zachtjes uit te kloppen, vervang na ongeveer 20
vervangingen van filtertzakken.
Vervang de luchtfilter (24) - wanneer het vies
wordt. Verwijder de luchtfilterkap door deze in
de trog te duwen en naar beneden te trekken.
Haal de luchtfilter (40) uit de twee grijpvlakken
(41) en plaats het vervangstuk. Plaats vervolgens
het deksel op de filterbehuizing en schuif het
van onder in de richting van de pijl naar de
motorbehuizing tot de vergrendelingsknop op zijn
plaats klikt.
Was de filter niet.
Geluidsdemper
De geluiddemper (42) bevindt zich achter de
uitlaatfilter (40) en mag tijdens normale werking
niet worden vervangen of gereinigd. Als er
schoonmaak nodig is, verwijder dan de luchtfilter
(40) en verwijder het demperblok (42) van het
toestel. Voor het schoonmaken moet ook in dit
geval zachtjes uitkloppen voldoende zijn.
Daarna moet de geluiddemper in het apparaat
worden geplaatst met de schuine zijde naar links.
Installeer de uitlaatfilter opnieuw.