Raak
Tot
Verlagen
Een lagere waarde selecteren.
Afsluiten
Het huidige scherm verlaten.
Zoeken
Huidige wachttaken doorzoeken.
Waarschuwing
Waarschuwing of foutbericht weergeven.
Papierformaat en papiersoort instellen
Blader in het startscherm naar:
>Menu Papier >Papierformaat/-soort > selecteer een lade >
selecteer een papierformaat of ‐soort >Verzenden
Opmerkingen:
•
Het papierformaat wordt automatisch ingesteld op basis van de
positie van de papiergeleiders in de afzonderlijke laden, met
uitzondering van de universeellader.
•
U moet het papierformaat voor de universeellader handmatig
instellen via het menu Papierformaat.
•
U moet de papiersoort handmatig instellen voor alle laden
waarin geen normaal papier is geplaatst.
Instellingen voor Universal papier configureren
Het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde
instelling waarmee u kunt afdrukken op papierformaten die niet vooraf
zijn ingesteld in de printermenu's.
Opmerkingen:
•
Het kleinste ondersteunde universele formaat is
70 x 127 mm (2,76 x 5 inch) voor eenzijdig afdrukken en
105 x 148 mm (4,13 x 5,83 inch) voor dubbelzijdig afdrukken
(duplex).
•
Het grootste ondersteunde universele formaat is 216 x
356 mm (8,5 x 14 inch) voor eenzijdig en dubbelzijdig afdrukken.
•
Wanneer u afdrukt op papier dat minder dan 210 mm (8,3 inch)
breed is, is het mogelijk dat de printer na verloop van tijd met
een lagere snelheid gaat afdrukken, voor de beste
afdrukprestaties.
1
Blader in het beginscherm naar:
>Menu Papier >Universele instellingen >Maateenheden >
en selecteer een maateenheid.
2
Raak Breedte staand of Hoogte staand aan.
3
Selecteer de breedte of de hoogte en raak Verzenden aan.
Tonerintensiteit aanpassen
1
Open een webbrowser en typ het IP‐adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP‐adres van de printer op het startscherm
van de printer. Het IP‐adres bestaat uit vier sets met cijfers
gescheiden door punten: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen >Afdrukinstellingen >Menu
Kwaliteit >Tonerintensiteit.
3
Pas de tonerintensiteit aan en klik op Indienen.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
Blader in het beginscherm naar:
>Instellingen >Afdrukinstellingen >Menu
Kwaliteit >Tonerintensiteit
2
Pas de instellingen aan en raak Indienen aan.
8
Ondersteunde flashstations en bestandstypen
Opmerkingen:
•
Hi‐Speed USB‐flashstations moeten de full‐speed‐standaard
ondersteunen. Low‐Speed USB‐apparaten worden niet
ondersteund.
•
USB‐flashstations moeten het FAT‐systeem (File Allocation
Tables) ondersteunen. Apparaten die zijn geformatteerd met
NTFS (New Technology File System) of een ander
bestandssysteem worden niet ondersteund.
Aanbevolen flashstations
Veel flashstations zijn getest en goedgekeurd voor gebruik
met de printer. Neem voor meer informatie contact op met
het verkooppunt waar u de printer hebt gekocht.
Afdrukken vanaf een flash-station
Opmerkingen:
•
Als u een gecodeerd PDF‐bestand wilt afdrukken, wordt u
gevraagd het wachtwoord voor het bestand in te voeren via het
bedieningspaneel van de printer.
•
U kunt geen bestanden afdrukken waarvoor u geen
afdrukmachtiging hebt.
Bestandstype
Documenten:
•
.pdf
•
.xps
&Afbeeldingen:
•
.dcx
•
.gif
•
.jpeg of .jpg
•
.bmp
•
.pcx
•
.tiff of .tif
•
.png
•
.fls