3. P r o fi e l en
Aangepast papier
3- 1 4
Verschillende materialen (zoals het papiersoort, het gewicht en
coating of geen coating), moeten wellicht op een specifieke
manier door de digitale pers worden verwerkt wanneer het
materiaal door de papierbaan wordt getransporteerd. Sommige
materialen kunnen bijvoorbeeld scheeftrekken of krullen als ze
door de papierbaan van de digitale pers gaan. Dit kan optreden bij
vaak uitgevoerde opdrachten en/of opdrachten met een hoog
afleveringsvolume.
Met de functie Aangepast papier kunt u uw eigen papierprofielen
voor verschillende materiaalsoorten en opdrachten instellen, zoals
in de bovenstaande alinea is beschreven. Gebruik de profielen
wanneer u deze nodig hebt om de uitvoerkwaliteit van uw
afdrukken/opdrachten te optimaliseren.
Door uw eigen papierprofielen in te stellen voor specifieke
materiaaltypen, voorkomt u afdrukken die scheef of gekruld zijn, te
veel of te weinig toner hebben, of afbeeldingen die niet goed zijn
geregistreerd op de afdruk, zoals verkeerd geregistreerde
afbeeldingen op Zijde 1 en/of Zijde 2.
OPMERKING 1: Nadat een profiel voor aangepast papier is
gemaakt, geeft de digitale pers deze informatie door aan uw
kleurenserver. De kleurenserver hanteert deze informatie in de
afdrukopties voor afdrukopdrachten.
OPMERKING 2: Het regelen van de registratie voor afbeeldingen
op Zijde 1 en/of Zijde 2 wordt later in dit hoofdstuk uitgebreid
besproken bij de functie Uitlijning. Zie de Uitlijning-functie.
Do c u Co l or 5 00 0 H a nd l ei d i ng v oo r de b eh e er d e r