ATTENTIE
Onjuist gebruik van het apparaat kan mate-
riële schade veroorzaken! Respecteer daar-
om de volgende veiligheidsaanwijzingen:
De vergrendelingsknop (R) mag
nooit worden ingedrukt bij werken-
de voegenborstel.
28
Haal de voegenborstel (K) van de flens op
de as en vervang hem door een nieuwe.
29
De montage wordt in de omgekeerde
volgorde uitgevoerd (
Controleer na onderhoud of reiniging of
alle schroeven, bouten, moeren en vei-
ligheidsinrichtingen goed vastzitten en
zijn gemonteerd.
7
Buitenbedrijfstelling en
opslag
7.1 Buitenbedrijfstelling
Afbeelding 30
Om het apparaat uit te schakelen, laat
u de aan-/uit-veiligheidsknop (E) van
het handvat los.
Koppel het apparaat los van het
stroomnet.
LET OP
VERWONDINGSGEVAAR DOOR NALO-
PEND BORSTEL-GEREEDSCHAP!
Til bij uitschakeling het apparaat
niet van de vloer. Hierdoor ontstaat
intrekgevaar!
30
Laat het apparaat bij werkonderbrekin-
gen of als u het apparaat niet meer
gebruikt niet op de borstel staan omdat
daardoor de borstelharen worden
beschadigd. Bewaar het apparaat altijd
hangend of liggend, zoals afgebeeld.
7.2 Opslag
LET OP
Bij de omgang met het apparaat kunnen
er gevaren optreden die u kunnen ver-
wonden. Bewaar daarom het apparaat op
een voor kinderen onbereik-bare plaats.
8
).
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR HETE
APPARAATONDERDELEN!
Bij montage of ombouwwerkzaamhe-
den kunnen de aandrijfsonderdelen
van het apparaat of componenten nog
erg heet zijn en brandwonden veroorza-
ken. Respecteer daarom de volgende
veiligheidsaanwijzingen :
8.1 Reiniging
LEVENSGEVAAR DOOR ELEKTRISCHE
SCHOKKEN!
Er bestaat levensgevaar als het onder
spanning staande apparaat in contact
komt met water! Respecteer daarom de
volgende veiligheidsaanwijzingen:
54
Reinig het apparaat om vuil en vreem-
de bestanddelen te verwijderen.
Bewaar het apparaat hangend, droog
en beschermd tegen vorst.
Onderhoud en reiniging
LET OP
Draag veiligheidshandschoenen bij
onderhoud en reiniging!
GEVAAR
Schakel het apparaat uit en haal de
stekker van stroomkabel (D) uit het
stopcontact.
Het apparaat niet in water onderdom-
pelen of met water besproeien of rei-
nigen. Het apparaat moet tegen elke
vorm van vocht worden beschermd.
Haal onmiddellijk de stekker van de
stroomkabel uit het stopcontact als
het apparaat per ongeluk in het water
valt. Grijp niet in het water als het
apparaat nog is aangesloten!
Reinig de buitenkant van het apparaat
met een vochtige doek of zachte bor-
stel. Gebruik geen agressieve of schu-
rende reinigingsmiddelen.
Let erop dat de ventilatieopeningen
altijd vuilvrij zijn.
Bij sterk vervuiling demonteert u de
wals- en/of voegenborsteleenheid en