zodra de vergrendeling zelfstandig in
uitgangsstand terugkeert
16
Steek de gebruiksklaar gemonteerde
voegenborsteleenheid op de aandrijfzij-
de van de motor-/overbrengingseen-
heid (M), zoals afgebeeld. Schuif de ver-
grendeling (L) in de geopende stand
houd deze vast en druk de voegen-
borsteleenheid verder op de aandrijfas
tot de aanslag. Laat de veerondersteun-
de vergrendeling (L) los. De voegenbor-
steleenheid is geblokkeerd zodra de
vergrendeling zelfstandig in de uit-
gangsstand terugkeert
Demontage van de voegenborstel met aan-
sluitende montage van de oppervlakteborstel
Demonteer de voegenborstel volgens
eerder beschreven instructies.
17
Open de vergrendeling (L)
aandrijfarm (Q) en steek bij geactiveer-
de vergrendeling (L) de aandrijfarm (Q)
met beschermkap (P)op de aandrijfzij-
de van de motor-/overbrengingseen-
heid (M), zoals afgebeeld. Laat de veer-
ondersteunde vergrendeling (L) los.
De aandrijfarm is geblokkeerd zodra
de
vergrendeling
uitgangsstand terugkeert
AANWIJZING!
17
Lukt het u niet om de aandrijfeenheid
(Q) op de aandrijfas te schuiven, grijp
dan onder de beschermkap (P) en draai
de aandrijfzeskant tot de aandrijfeen-
heid (Q) gemakkelijk en zonder geweld
op de aandrijfas kan worden verschoven.
18
Steek de oppervlakteborstel (O) op de
aandrijfzeskant en vervolgens de gelei-
dingsarm (N) op de geleidingszijde van
de motor-/overbrengingseenheid (M),
zoals afgebeeld.
19
Schuif nu de vergrendeling (L) in de
geopende stand
, houd deze vast en
druk de geleidingsarm (N) verder op de
opname-as tot aan de aanslag. Laat de
veerondersteunde vergrendeling (L)
los. De geleidingsarm (N) is geblok-
.
,
.
van de
zelfstandig
in
.
52
keerd zodra de vergrendeling zelfstan-
dig in uitgangsstand terugkeert
AANWIJZING!
20
Let er bij de montage van de oppervlak-
teborstel op dat het zijstuk van de
beschermkap nauw aansluit op de
geleidingsarm (N).
6.1.2 Gebruik van de oppervlakte-
borstel op ruwe oppervlakken zoals
plavuizen, voetpaden, gepolierd
beton, steengoed enz.
Afbeelding 21
21
Plaats het uitgeschakelde apparaat
parallel op de te bewerken ondergrond.
Houd het apparaat in de werkhoek en
kijk of de rubberen omranding van de
beschermkap net boven de vloer ligt.
Loop in regelmatig tempo en schuif het
apparaat voor u uit. Afhankelijk van de
vervuilingsgraad oefent u een gemid-
delde druk op de oppervlakteborstel uit
en past u uw werktempo aan.
AANWIJZING!
Werk altijd parallel en houd het appa-
raat uit de buurt van uw lichaam.
Bij werkzaamheden langs randen
moet de smalle rand van het apparaat
naar de wand wijzen.
Bij hardnekkig vuil kunt u het apparaat
voor- en achterwaarts bewegen (zoals
een bezem) tot u het gewenste resul-
taat heeft bereikt.
Bij een hoge vervuilingsgraad is ook een
vochtreiniging mogelijk. Gebruik een
sproeier om het te reinigen oppervlak te
bevochtigen met water of een reini-
gingsmiddel. Hiervoor is een GLORIA-
sproeier ideaal. Spoel na de vochtreini-
ging het oppervlak met water.
LET OP
VERWONDINGSGEVAAR DOOR NALO-
PEND BORSTEL-GEREEDSCHAP!
Til een ingeschakeld apparaat niet
van de vloer. Hierdoor ontstaat
intrekgevaar!
.