0 Programma's
12.11 SIM-beheer
SIM-beheer Met deze functie kunt u de gegevens op de SIM-kaart weergeven,
contactpersonen overplaatsen van SIM-kaart naar het toestel en omgekeerd, en
SIM-contactpersonen bellen.
Een contactpersoon aanmaken op de SIM-kaart
1.
Tik op Start > Programma's > SIM-beheer.
2.
Tik op Nieuw en voer een naam en telefoonnummer van de contactpersoon in.
3.
Tik op Opslaan om de informatie op uw SIM-kaart op te slaan.
Tip U kunt de, op de SIM-kaart opgeslagen, contactgegevens wijzigen door op de SIM-
contactpersoon te tikken, de gegevens te bewerken en vervolgens op Opslaan te tikken.
SIM-contacten kopiëren naar het toestel
Als u op uw SIM-kaart contacten heeft opgeslagen, kunt u deze kopiëren in
Contacten op het toestel.
1.
Op het SIM-beheer-scherm selecteert u het gewenste contact, of u selecteert
alle SIM-contacten door op Menu > Alle selecteren te tikken.
2.
Tik op Menu > Opslaan in Contacten.
Contacten kopiëren naar de SIM-kaart
Slechts één telefoonnummer per contactnaam kan worden opgeslagen op een
SIM-kaart. Wanneer u een contact kopieert naar uw SIM-kaart die verschillende
telefoonnummers bevat, slaat SIM-beheer elk nummer op onder een afzonderlijke
naam.
Om elk nummer onder een andere contactnaam op de SIM-kaart op te slaan, voegt
SIM-beheer een indicator toe aan het eind van elke naam.
Standaard worden /M, /W en /H bijgevoegd om respectievelijk mobiele, werk en
vaste telefoonnummers aan te geven. U kunt deze indicator bewerken voordat u
begint met het kopiëren van de contactpersonen naar uw SIM-kaart. Indicatoren van
andere soorten telefoonnummers blijven leeg zodat u deze zelf kunt definiëren.