A. Vul de sproeitank met schoon water of zeepwater en spuit het water door de sprinklers totdat de tank leeg
is. Herhaal de stap nog twee keer.
B. Verwijder de zeef en sprinklers van het spuitreservoir om ze te reinigen en verstoppingen te verwijderen.
Dompel ze daarna gedurende 12 uur onder in schoon water.
C. Zorg ervoor dat de constructie van de drone volledig is aangesloten, zodat deze direct met water kan
worden gewassen. Het wordt aanbevolen om een sproeier met water te gebruiken om de dronebehuizing te
reinigen en af te vegen met een zachte borstel of natte doek voordat u waterresten verwijdert met een droge
doek.
D. Als er stof of pesticidevloeistof op de motoren, propellers of koellichamen zit, veeg deze dan af met een
natte doek voordat u de resterende waterresten met een droge doek reinigt.
E. Veeg het oppervlak en het scherm van de afstandsbediening af met een schone, natte doek die met water
is uitgewrongen.
Raadpleeg de disclaimer en veiligheidsrichtlijnen voor meer informatie over productonderhoud.
Vlieg veilig
Het is belangrijk dat u de basisrichtlijnen voor het vliegen begrijpt, zowel voor uw eigen bescherming als voor
de veiligheid van de mensen om u heen.
1. Vliegen in open gebieden: let op elektriciteitspalen, elektriciteitskabels en andere obstakels. Vlieg NIET in de
buurt van of boven water, mensen of dieren.
2. Behoud altijd de controle: houd uw handen op de afstandsbediening en behoud de controle over de drone
tijdens de vlucht, zelfs wanneer u intelligente functies zoals de bedrijfsmodi Route en A-B Route en Smart
Return to Home gebruikt.
3. Houd visueel contact: houd altijd een visuele zichtlijn (VLOS) met uw drone en vermijd vliegen achter
gebouwen of andere obstakels die uw zicht kunnen blokkeren.
4. Houd uw hoogte in de gaten: vlieg voor de veiligheid van bemande drones en ander luchtverkeer op een
hoogte van minder dan 100 m en in overeenstemming met alle lokale wet- en regelgeving.
Ga naar https://www.dji.com/flysafe voor meer informatie over cruciale veiligheidsfuncties zoals
GEO-zones.
Overwegingen bij het vliegen
1. Gebruik de drone NIET om te spuiten bij windsnelheden van meer dan 6 m/s.
2. Gebruik de drone NIET bij ongunstige weersomstandigheden, zoals sneeuw, mist en bij windsnelheden van
meer dan 6 m/s, of bij regen van 25 mm of meer.
3. Vlieg NIET meer dan 4,5 km boven zeeniveau.
4. De DJI Agras-app zal op intelligente wijze het laadgewicht van de tank aanbevelen op basis van de huidige
status en omgeving van de drone. Bij het toevoegen van materiaal aan de tank mag het maximale gewicht
de aanbevolen waarde niet overschrijden. Anders kan de vliegveiligheid in gevaar komen.
5. Zorg ervoor dat er een sterk GNSS-signaal is en dat de D-RTK-antennes tijdens het gebruik niet geblokkeerd zijn.
Terug naar thuisbasis (RTH)
De drone keert in de volgende situaties automatisch terug naar de thuisbasis:
Smart RTH: gebruiker houdt de RTH-knop ingedrukt.
Failsafe RTH*: als het signaal van de afstandsbediening wegvalt.
RTH bij laag accuniveau*: het accuniveau van de drone bereikt de vooraf ingestelde drempel voor laag
accuniveau.
35