Inhoudsopgave
Advertenties
6
Selecteer met de vierwegbesturing
(23) de functie die u wilt toewijzen.
7
Druk op de knop OK.
8
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De camera is gereed voor het maken van
een opname.
De functie wordt alleen geactiveerd als u de Fn-instelling toewijst aan de knop
QUICK.
• Standaard zijn de volgende functies aan de toetsen toegewezen:
2 (Opnamepixels), 3(LW-correctie), 4(Witbalans) en 5(Gevoeligheid).
• U kunt aan elke toets niet meer dan één functie toewijzen.
• U kunt de volgende functies toewijzen: Opnamepixels, Kwaliteitsniveau,
Witbalans, AF-veld, Autom. belicht., Gevoeligheid, LW-correctie, Scherpte,
4
Kleurverzadiging, Contrast, Uit.
90
Fn-instelling
Recorded Pixels
Opnamepixels
Kwaliteitsniveau
EV Compensation
WB
Witbalans
WB
White Balance
AF
AF-veld
AE
Autom. belicht.
ISO
Sensitivity
ISO
Gevoeligheid
Stop
MENU
OK
OK
Advertenties
Inhoudsopgave
