De flitsfunctie selecteren
Flitsfuncties
(geen
4
Auto
pictogram)
a
Flitser uit
b
Flitser aan
Auto +
c
rode-ogenreductie
Flitser aan +
d
rode-ogenreductie
• De flitser is uitgeschakeld als de opnamefunctie is ingesteld op
serieopnamen of oneindig-landschap.
• De flitser flitst in totaal drie keer: twee voorflitsen (die in uw waarneming
misschien lijken samen te vallen) en de derde keer bij de opname. (Bij de rode-
ogenreductiefunctie is de tijd tussen de voorflitsen en de hoofdflits langer.)
1
Druk in de opnamefunctie op de vierwegbesturing (4).
Bij elke druk op de knop verandert de flitsfunctie en verschijnt het betreffende
pictogram op de LCD-monitor.
De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde flitsfunctie.
Als u de flitser in de macrofunctie of de super macro-functie gebruikt, wordt
de opname mogelijk overbelicht.
74
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze functie is
geschikt voor het maken van opnamen in de schemering of in musea enz.
waar flitsfotografie verbonden is.
De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt
doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp.
De flitser gaat automatisch af.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt
doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp.
De flitser gaat automatisch af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Status van de LED's voor de scherpstelling en de flitser
De flitsfunctie opslaan
1
blz.95
1
C
(Video functie),
1
blz.30