•
Telefoonlijst: als u het
Windows-adresboek gebruikt,
selecteert u in de lijst een
ontvanger of voegt u een
nieuwe ontvanger toe met de
toets Toevoegen. Selecteer de
pijltoets om ontvangers aan de
lijst met ontvangers toe te
voegen. Als u het Office
Outlook-adresboek gebruikt,
selecteert u in de lijst een
ontvanger en voegt u met de
pijltoets ontvangers toe aan de lijst met ontvangers. Gebruik de
toetsen Toevoegen en Verwijderen om de lijst met ontvangers te
bewerken.
•
Faxkwaliteit: selecteer Standaard of Fijn als faxkwaliteit.
•
Voorblad: als u een voorblad wilt gebruiken, schakelt u het
selectievakje Voorblad gebruiken in. Voer de gewenste gegevens
voor het voorblad in. Importeer een voorblad met de toets
Geavanceerd.
•
Datum: selecteer een datum voor de faxopdracht.
•
Melding bij bezorging: schakel dit selectievakje in als u een
bevestiging wilt krijgen dat de fax is ontvangen door de ontvangers.
•
Afdrukvoorbeeld: gebruik deze optie om het voorblad en
faxdocument dat u wilt verzenden te bekijken.
4.
Klik op Verzenden om de fax te verzenden.
De faxopdracht wordt via het netwerk of de USB-aansluiting naar het
apparaat verzonden. Vervolgens wordt het over de faxlijn van het
apparaat naar de bestemming gefaxt.
USB-poort gebruiken
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende geheugencapaciteiten
die meer ruimte bieden voor de opslag van documenten, muziek en video's,
foto's met een hoge resolutie en andere bestanden.
U kunt een document scannen en dit opslaan op het USB-geheugenapparaat
of u kunt bestanden rechtstreeks vanaf het USB-geheugenapparaat afdrukken.
U kunt TIFF-, JPEG-, PDF-, PCL-, PS-, TXT- en PRN-bestanden afdrukken.
Raadpleeg de
System Administrator Guide
systeembeheerder) voor meer informatie over het instellen van de USB-poort.
(handleiding voor de
Xerox WorkCentre 3550
Beknopte gebruikshandleiding
Nederlands
29