•
Op het tabblad Grafische elementen kunt u het uiterlijk van de
afdrukken aanpassen. U kunt de tekst donkerder maken, alleen in
zwart afdrukken, instellingen voor TrueType-lettertypen aanpassen en
de optie voor tonerbesparing inschakelen.
•
Op het tabblad Geavanceerd kunt u watermerken of overlaytekst
aan pagina's toevoegen, de afdrukvolgorde wijzigen of via de
opdrachtinstellingen de afdrukmodus wijzigen in Proefafdruk of
Beveiligde afdruk.
•
Op het tabblad Xerox kunt u versie- en copyrightgegevens en een
koppeling naar de Xerox-website vinden.
Kies de gewenste opties voor de afdrukopdracht en klik op OK om het
document af te drukken.
4.
De afdrukopdracht wordt naar het apparaat verzonden en in de
opdrachtenlijst weergegeven.
Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om statusgegevens
over de opdracht weer te geven of om de opdracht uit de lijst te verwijderen.
Voorblad
Het apparaat kan bij elke afdrukopdracht een voorblad afdrukken. Gebruik de
volgende instructies om het afdrukken van een voorblad door het apparaat in
of uit te schakelen.
1.
Druk op Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
Druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag om Systeeminstellingen te
2.
selecteren en druk op OK.
3.
Voer via het toetsenblok de toegangscode van de beheerder in.
De standaardtoegangscode is 1111.
Opmerking:
U moet mogelijk verschillende malen op 1 drukken om de '1'
in te voeren.
Wanneer u een teken hebt ingevoerd, drukt u op de pijltoets Rechts zodat
u een volgend teken kunt invoeren of u wacht 2 seconden voordat u een
volgend teken invoert.
Voer de resterende tekens voor de toegangscode in en druk vervolgens op
OK.
4.
Druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag om Apparaatinstellingen te
selecteren en druk op OK.
5.
Druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag om Voorblad te selecteren en
druk op OK.
Druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag om Inschakelen of Uitschakelen
6.
te selecteren en druk op OK.
7.
Druk op Stop om uw selectie op te slaan en af te sluiten.
Xerox WorkCentre 3550
Beknopte gebruikshandleiding
Nederlands
23