2. L a de - e ig e ns c h a pp e n
2- 6
2.
Kies in het menu Ontkrullerprofiel het ontkrullerprofiel dat u
wilt gebruik en kies vervolgens OK.
OPMERKING: Als een ontkrullerprofiel wordt gewijzigd, blijft het
op deze instelling staan tot dit weer handmatig wordt gewijzigd.
Als u bijvoorbeeld beslist om de ontkrullerinstelling B te gebruiken,
dan blijft deze instelling op B staan tot u deze wijzigt naar een
andere instelling.
OPMERKING: Bij sommige afdruktaken zijn de afdrukken
mogelijk nog steeds meer gekruld dan u wilt, zelfs nadat u de
ontkrullerinstellingen A-D hebt gebruikt. Gebruik in deze gevallen
de functie Aangepast ontkrullerprofiel om de papierkrulling in uw
afdrukken te compenseren. Voor meer informatie over de
ontkruller en de stapsgewijze gebruiksinstructiesr kunt u
hoofdstuk 3 van de Handleiding voor de beheerder raadplegen.
Deze vindt u op de cd met klantendocumentatie of op
www.xerox.com.
Uitlijningsprofiel
In dit gedeelte van het scherm kunt u een uitlijningsprofiel of de
standaardinstelling van het systeem selecteren uit de keuzelijst.
Zie de Handleiding voor de beheerder voor meer informatie over
elk van de toepassingen van Profielen.
Do c uC ol o r 50 0 0A P G eb r u i k er s h an d le i di n g