Inhoudsopgave
Advertenties
6.3
CV-installatie vullen en ontluchten
1
1.
Draai de kap van de snelontluchter (1) op de pomp één
tot twee slagen los.
–
Tijdens bedrijf ontlucht het product automatisch via
de snelontluchter.
2.
Open alle thermostaatkranen van de CV-installatie.
3.
Verbind de vul- en aftapkraan van de CV-installatie met
behulp van een slang met een koudwaterkraan.
4.
Draai de koudwaterkraan en de vul-/aftapkraan van de
CV-installatie langzaam open en vul net zolang water
bij, tot de benodigde systeemdruk op de manometer is
bereikt.
5.
Sluit de vulkraan.
6.
Houd een opvangreservoir onder het slanguiteinde van
de ontluchtingsklep (1).
7.
Open de ontluchtingsklep (1), tot het CV-toestel volle-
dig is ontlucht.
8.
Ontlucht alle radiatoren.
9.
Controleer vervolgens nogmaals de vuldruk van de
CV-installatie en herhaal de vulprocedure indien nodig.
10.
Sluit de koudwaterkraan en verwijder de vulslang.
11.
Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
14
1
6.4
Functie en dichtheid controleren
1.
Controleer de productfunctie en de dichtheid.
2.
Neem het product in gebruik.
3.
Controleer alle bewakings- en veiligheidsinrichtingen
op perfecte werking.
4.
Zorg ervoor dat de frontmantel correct gemonteerd is.
7
Product op de CV-installatie
aanpassen
1.
Navigeer in het installateurniveau naar het menupunt
diagnosemenu.
2.
Stel daar alle overige installatieparameters in, om het
product op de CV-installatie aan te passen.
3.
Let op het overzicht met de diagnosecodes in de bij-
lage.
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 19)
8
Product aan gebruiker opleveren
1.
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking
van de veiligheidsinrichtingen.
2.
Instrueer de gebruiker over de bediening van het pro-
duct. Beantwoord alle vragen.
3.
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
4.
Informeer de gebruiker over de noodzaak om het pro-
duct volgens de opgegeven intervallen te laten onder-
houden.
5.
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en pro-
ductpapieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
9
Verhelpen van storingen
Een overzicht van de foutcodes vindt u in de bijlage.
Overzicht foutcodes (→ Pagina 22)
9.1
Fouten verhelpen
Als er een fout in het product optreedt, dan geeft het display
een foutcode F.xx weer.
Foutcodes hebben prioriteit voor alle andere indicaties.
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutcodes afwisselend gedurende
telkens twee seconden weer.
▶
Verhelp de fout aan de hand van de tabel in de bijlage.
Overzicht foutcodes (→ Pagina 22)
▶
Als u de storing niet kunt verhelpen, neem dan contact
op met het serviceteam.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020303578_01
Advertenties
Inhoudsopgave
