Inhoudsopgave
Advertenties
Opmerking: Bij te verwachten hoge primaire temperaturen van >60°C moet aan het aftappunt voor
warm tapwater een thermostatische bescherming tegen brandwonden worden aangebracht om
de uitvoertemperatuur dienovereenkomstig te beperken.
Toegestane netvoeding en bedrijfsparameters
- Verwarmingszijde/primaire zijde: Toegestane drukklasse: Max.
- Verwarmingszijde/secundaire zijde: Toegestane drukklasse: Max.
- Tapwaterzijdig*/secundaire zijde: Toegestane drukklasse: Max.
* Afhankelijk van de uitvoering van de warmte-afleverset: Gebruik in tapwatergedeelte toegestaan
(secundaire zijde, aparte PWW)
- Toegelaten verwarmingsmedium (vgl. DIN EN 12828): verwarmingswater conform VDI 2035
(niet corrosief), water/glycol-mengsel met max. 30% glycolaandeel
Omgevings- en aansluitingsvoorwaarden:
- Toegestane omgevingstemperatuur: 5...40°C (niet-condenserend), droge omgevingsomstandigheden:
Installeer het station niet in ruimtes met een hoge luchtvochtigheid, anders bestaat het risico op
elektrische schokken en een verhoogd risico op corrosie.
- Het station moet in gesloten, droge, vorstvrije ruimten worden opgesteld.
- Bij de keuze van opstelling/plaatsing dient er rekening te worden gehouden met eventuele
geluidsemissies of stralingswarmte van het station.
- Neem bij het ontwerp en de installatie van het systeem de veiligheidszones in overeenstemming
met EN 60529 in acht.
- De brandbeveiligingsklassen van eventueel toegepaste thermische isolatie moeten in acht worden
genomen.
- Elke warmtapwater-installatie (WTW) moet bijvoorbeeld volgens DIN 1988 of DIN EN 806 worden
beveiligd, d.w.z. met behulp van een veiligheidsventiel en, indien van toepassing, een expansievat.
1.1 Beoogd gebruik
1.1.1 Gebruiken voor beoogd gebruik
Warmte-afleversets worden gebruikt voor de contractuele overdracht van warmte tussen het
netwerk van de stadsverwarmingsaanbieder en het huissysteem. De warmte-afleverset kan ook het
ruimteverwarmingssysteem en/of een tapwaterverwarmer regelen.
Warmte-afleversets mogen alleen voor dit doel worden gebruikt met inachtneming van de onderhouds-
en bedieningsinstructies en alle relevante lokale normen en voorschriften.
Elk aanvullend of alternatief gebruik is niet toegestaan en wordt beschouwd als onbedoeld gebruik.
Alle instructies in de gebruikshandleiding moeten worden opgevolgd en het onderhoudsschema dient
te worden nageleefd.
Elke afwijking van het beoogde gebruik kan onbedoelde gevaren veroorzaken en is niet toegestaan.
Correct gebruik in verwarmings- en tapwatersystemen moet in overeenstemming zijn met de geldende
6
LogoMini G2 handleiding
toelaatbare bedrijfstemperatuur:
toelaatbare bedrijfstemperatuur:
toelaatbare bedrijfstemperatuur:
Min. koudwater druk: Aanbevolen
TW-werkdruk:
PN10
110°C
PN3
90°C (gedeeltelijk
pompafhankelijk)
PN6
90 °C
2,0 bar
2,5 bar
Advertenties
Inhoudsopgave
