Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waterzijdige Aansluiting; Aansluiting Volgens Het Lage Druk (Ld) Principe; Aansluiting Volgens Het Waterdruk (Wd) Principe Via Inlaatmengkraan; Aansluiting Volgens Het Waterdruk (Wd) Principe Via Inlaatcombinatie - Itho Daalderop Mono Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Mono:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Kenmerken
lagedruk-aansluiting
• Slechts één tappunt mogelijk.
• Goedgekeurde
lagedrukmengkraan nodig.
• Geen inlaatcombinatie nodig.
• Boiler blijft drukloos.
• Uitzettingswater via kraan-
uitloop.
• Het is niet toegestaan een
afsluiter op de uitlaat te
plaatsen
Kenmerken
waterdruk-aansluiting
• Meerdere tappunten
zijn mogelijk.
• Goedgekeurde inlaat-
combinatie of
veiligheidsgroep
noodzakelijk.
• Uitzettingswater via
ontlastbuis inlaatcombinatie
of veiligheidsgroep.
Als de waterdruk in de water-
leiding meer dan 500 kPa
(5 bar) bedraagt, dient een
reduceerventiel tussen de
koudwaterleiding en de
inlaatcombinatie te worden
opgenomen.
Zorg ervoor dat de
inlaatcombinatie regelmatig
gebruikt wordt ter
voorkoming van verklevingen
en verkalking
De inlaatcombinatie of
veiligheidsgroep dient
voorzien te zijn van het KIWA
keurmerk en te zijn afgesteld
op 800kPA (8 bar)
NL

3 WATERZIJDIGE AANSLUITING

3.1 AANSLUITING VOLGENS HET LAGE DRUK (LD) PRINCIPE

Hiervoor is een speciale LD mengkraan nodig. Verdere montage dient volgens de
montagevoorschriften van de LD mengkraan te geschieden.
3.2 AANSLUITING VOLGENS HET WATERDRUK (WD) PRINCIPE VIA INLAA-
TMENGKRAAN
Hiervoor is een meng inlaatkraan nodig met ingebouwde inlaatcombinatie. Verdere montage
dient volgens de montagevoorschriften van de kraan te geschieden.
3.3 AANSLUITING VOLGENS HET WATERDRUK (WD)
PRINCIPE VIA INLAATCOMBINATIE
Sluit de hoofdwaterkraan af voordat met de werkzaamheden aan de
waterleiding wordt begonnen.
M onteer de koudwaterleiding met daarin een inlaatcombinatie opge-
nomen, op de koudwaterinlaat van de boiler. Zie ook de instructie
behorende bij de toegepaste inlaatcombinatie.
De afstand tussen de inlaatcombinatie en de boiler mag maximaal 2
meter zijn.
De expansie-uitloop van de inlaatcombinatie dient vrij in de
atmosfeer te blijven. Deze uitloop mag nooit door een buis of
slang worden omsloten.
De expansietrechter bevestigd aan de inlaatcombinatie dient in neer-
gaande richting en in een vorstvrije omgeving te worden geplaatst
Monteer de warmwaterleiding op de warmwateruitlaat van de boiler.
Handleiding voor installatie en bediening
8

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mono-plusMono-3Duo

Inhoudsopgave