[NL] GEBRUIKERSHANDLEIDING
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1. Als de ventilator in werking is gesteld, is het absoluut verboden om
handen of andere vreemde objecten door de afschermkap heen te
steken.
2. Plaats de ventilator niet in de nabijheid van vocht, chemische produkten
en oliën.
3. Maak gebruik van een vochtige doek (niet nat) om het toestel te
reinigen.
Gebruik geen chemische produkten, olie of alcohol om het toestel te
reinigen.
4. Schakel het apparaat altijd eerst uit voordat u de stekker uit het
stopcontact trekt.
Om kortsluiting, brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u
niet aan het netsnoer te trekken, maar alleen aan de stekker.
5. Plaats de ventilator niet te dicht bij een muur, gordijn, enz. Dit kan de
werking van de ventilator nadelig beïnvloeden.
6. Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact als je het
toestel voor langere tijd niet gebruikt.
7. Gebruik de ventilator niet voordat het apparaat volledig gemonteerd is.
8. Voorkom knopen in het netsnoer. Als het netsnoer beschadigd is, moet
deze worden vervangen door de fabrikant, de service-agent of andere
gekwalificeerde personen om gevaren te voorkomen.
9. Als het apparaat niet werkt, controleer of de netspanning overeenstemt
met de informatie op het typeplaatje van de ventilator.
10. Gebruik het toestel niet buiten in de regen.
11. Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en ouder en
door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of een gebrek aan ervaring of
kennis indien zij toezicht of instructies hebben gekregen over het veilige
gebruik van het apparaat en de gevaren ervan begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.