36,37 Storing aansluiting temperatuurvoeler maximaalbeveiliging
1. Controleer de kabelboom en de stekerverbindingen.
2. Controleer of de temperatuurvoelers juist zijn aangesloten.
3. Controleer of de temperatuurvoelers (NTC) werkzaam zijn: bij 25 ° C is de weerstand R
circa 12 k Ω ; bij het warmer worden van de temperatuurvoeler gaat de weerstand R
omlaag (< 12 k Ω ).
4. Controleer de besturingsunit.
39
Niet van toepassing
40
Niet van toepassing
*
Storing communicatie ruimtethermostaat
1. Controleer of de ruimtethermostaat display-weergave heeft, sluit eventueel een andere
aan op de schakelkast.
2. Controleer of de ruimtethermostaat juist is aangesloten op de besturingsunit.
3. Controleer de kabelboom en de stekerverbindingen.
4. Controleer de besturingsunit.
*
Ionisatie valt weg tijdens branden
1. Controleer de gasdruk in de toevoerleiding (20 - 30 mbar) tijdens ontsteken en branden,
ook indien andere gastoestellen schakelen.
2. Controleer de inspuiter op vervuiling.
3. Controleer het 'laag' branden van het toestel gedurende minimaal 20 minuten en
verhoog zonodig het minimum toerental van de rookgasventilator.
*
Kortsluiting
De besturingsunit is uitgevoerd met een 2-tal smeltveiligheden; deze zijn bereikbaar nadat
de kunststof kap vanaf de MCBA is losgenomen.
Zie voor positie en waarden het bij het toestel behorende installatievoorschrift.
*
Geen specifieke storingsmelding
Inregeldisplay SWB HR
-12-
maart 2003