Anleitung_RM_40_1_SPK7__ 30.09.14 14:46 Seite 26
NL
7. Bediening
LET OP!
De motor wordt zonder benzine en olie geleverd.
Daarom dient u voor de inbedrijfstelling er zeker
olie en benzine in te gieten.
Om het ongewild starten van de maaier te voorkomen
is die voorzien van een motorrem (fig. 5a, pos. 1a) die
u moet bedienen alvorens de maaier te starten. Bij
het loslaten van de motor start-/stophendel moet die
terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand en de
motor wordt automatisch afgezet.
Breng de gasregelaar (fig. 6) naar de positie
„START". Trek de motor start-/stophendel (fig. 5b) en
haal de starttrekkabel vlink door. Breng de gashendel
naar de positie „RUN".
Voordat u begint te maaien voert u deze procedure
best meermaals uit om zeker te zijn dat alles correct
functioneert. Telkens als u een of andere afstel- en/of
herstelwerkzaamheid aan uw maaier moet uitvoeren
dient u te wachten tot het mes niet meer draait. Zet
voor elke afstel-, onderhouds- en
herstelwerkzaamheid de motor af.
Aanwijzingen:
1. Motorrem (fig. 5a, pos. 1a): Gebruik de motor
start-/stophendel om de motor af te zetten. Als u
de motor start-/stophendel loslaat, stoppen motor
en mes vanzelf. Om te maaien houdt u de
hefboom in werkstand vast (fig. 5b). Vóór het
maaien zelf controleert u de start/stophendel best
meermaals. Vergewis u er zich van dat de
trekkabel gemakkelijk beweegt.
2. Waarschuwing: het maaimes roteert als de
motor wordt gestart.
Belangrijk! vóór het starten van de motor
beweegt u de motorrem meermaals om te
controleren of de stopkabel naar behoren werkt.
Let op ! de motor is berekend voor de
maaisnelheid voor gras, voor het uitwerpen van
het gras in de opvangzak en voor een lange
levensduur.
3. Controleer het oliepeil.
4. Gebruik voor het ingieten van benzine een
trechter en maatbeker. Vergewis u er zich van dat
de benzine schoon is.
26
Waarschuwing : gebruik altijd enkel een
veiligheidsbenzineblik. Rook niet bij het ingieten van
benzine. Zet de motor af en laat de motor enkele
minuten afkoelen voordat u de tank vult.
5. Vergewis u er zich van dat de ontstekingskabel
aangesloten is op de bougie.
6. Ga achter de motormaaier staan. Eén hand moet
aan de motorstart/stophendel zijn. De andere
hand moet aan de startergreep zijn.
7. Start de motor d.m.v. de omkeerstarter (fig. 1,
pos. 8). Te dien einde de greep ca. 10 tot 15 cm
uittrekken (tot u een weerstand voelt), dan met
een flinke ruk naar u toe trekken. Mocht de motor
niet aanslaan, opnieuw flink aan de greep
trekken.
Let op! De trekkabel niet terug laten springen.
Let op! Bij fris weer kan het nodig zijn de
startpoging meermaals te herhalen.
7.1 Vóór het maaien
Belangrijke aanwijzingen :
1. Trek de gepaste kledij aan. Draag vast schoeisel
en geen sandalen of tennisschoenen.
2. Controleer het mes. Een mes dat krom gebogen
of anders beschadigd is dient door een originele
mes te worden vervangen.
3. Het vullen van de brandstoftank dient in open
lucht te gebeuren. Gebruik een vultrechter een
een maatbeker. Veeg overgelopen benzine weg.
4. Lees de handleiding en volg die op alsook de
instructies aangaande de motor en de
hulpstukken. Bewaar de handleiding toegankelijk
ook voor andere gebruikers van het toestel.
5. Uitlaatgassen zijn gevaarlijk. Start de motor enkel
in open lucht.
6. Vergewis u er zich van dat alle
veiligheidsinrichtingen voorhanden zijn en naar
behoren werken.
7. Het toestel mag enkel door een persoon worden
bediend die ertoe geschikt is.
8. Het maaien van nat gras kan gevaarlijk zijn. Maai
gras zo veel mogelijk droog.
9. Draag uw kinderen of andere personen op, op
afstand van de maaier te blijven.
10. Maai nooit bij slecht zicht.
11. Raap vóór het maaien her en der verspreid
liggende losse voorwerpen van de grond op.