Anleitung_RM_40_1_SPK7__ 30.09.14 14:46 Seite 23
ver als absoluut nodig en til enkel de van de
gebruiker weg wijzende kant op.
15. Start de motor niet als u voor de uitwerpopening
staat.
16. Kom nooit met handen of voeten tegen of onder
draaiende onderdelen. Blijf steeds op afstand van
de uitwerpopening.
17. Hef de maaier nooit op of draag hem nooit terwijl
de motor draait.
18. Zet de motor af en trek de bougiestekker af:
- voordat u een geblokkeerd onderdeel loszet of
verstoppingen in de uitwerpopening verwijdert.
- voordat u de gazonmaaier controleert,
schoonmaakt of werkzaamheden erop uitvoert.
- als een vreemd lichaam werd geraakt.
Controleer de maaier op beschadigingen en voer
de nodige herstellingen uit voordat u het toestel
opnieuw start en er mee werkt. Indien de maaier
ongewoon sterk begint te vibreren, is een
onmiddellijke controle vereist.
19. Zet de motor af:
- als u zich van de maaier verwijdert
- voordat u bijtankt.
20. Bi het afzetten van de motor dient u de
gasregelaar naar de positie „stop" te brengen. De
benzinekraan moet worden dichtgedraaid.
21. Door gebruik te maken van de machine met
bovenmatige snelheid kan het ongevallenrisico
verhogen.
22. Wees voorzichtig bij afstelwerkzaamheden aan
de machine en zorg dat uw vingers niet beklemd
raken tussen het bewegende snijgereedschap en
starre onderdelen van het toestel.
Onderhoud en berging
1. Zorg er voor dat alle moeren, bouten en
schroeven goed aangehaald zijn en dat het
toestel zich in een toestand bevindt om er veilig
mee te kunnen werken.
2. Bewaar de maaier met benzine in de tank nooit
binnen een gebouw waar mogelijk
benzinedampen in contact kunnen komen met
open vuur of vonken.
3. Laat de motor afkoelen voordat u de maaier
opbergt in een gesloten ruimte.
4. Ter voorkoming van brandgevaar dient de motor,
de uitlaat en de zone rond om de brandstoftank
vrij te worden gehouden van gras, bladeren of
ontsnappend vet (olie).
5. Controleer regelmatig of de grasopvanginrichting
slijtageverschijnsels vertoont resp. of hij naar
behoren werkt.
6. Om veiligheidsredenen dienen versleten of
beschadigde onderdelen te worden vervangen.
7. Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet
dit in open lucht gebeuren m.b.v. een
benzinezuigpomp (verkrijgbaar in bouwmarkten).
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels
veroorzaken.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen voor de toekomst.
Verklaring van het aanwijzingsbord op het
toestel (zie fig. 13)
1) Handleiding lezen
2) LET OP! Gevaar door wegspringende stukken.
Veiligheidsafstand in acht nemen
3) LET OP! voor scherpe messen - Voor alle
onderhouds-, herstel-, schoonmaak- en
afstelwerkzaamheden de motor afzetten en
bougiestekker aftrekken
4) Vóór ingebruikneming olie en brandstof ingieten.
5) Voorzichtig! Gehoorbeschermer en veiligheidsbril
dragen
6) Hendel motor start / motor stop (I = motor aan; 0
= motor uit)
2. Beschrijving van het toestel (fig. 1/2)
1.
Motor start-/stophendel (motorrem)
2.
Gashendel
3.
Bovenste en onderste schuifbeugel
4.
Opvangzak
5.
Uitwerpklep
6.
Tankvuldop
7a. Olievulplug
7b. Olieaftapplug
8.
Startkabel
9.
2x kabelclip
10. 4x moer
11a. 4x schroef kort
11b. 2x schroef lang
11c. 2x stermoer
12. Bougiesleutel
13. 4x wiel
14a. 4x schroef voor montage wiel
14b. 4x volgring
15. 4x moer voor montage wiel
NL
23