Storingsbeschrij-
ving
8. Meetwaarde vari-
eert met 10...20 %
0
time
Gedrag na oplossen
storing
24-uurs service hotline
VEGAPULS SR 68 • Foundation Fieldbus
Oorzaak
•
Diverse echo's van een niet vlak produc-
toppervlak, bijv. bij afvoertrechter.
•
Reflecties van het productoppervlak via
de tankwand (afbuiging)
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en genomen maatrege-
len moeten evtentueel de in hoofdstuk "Inbedrijfname" beschreven
handelingen opnieuw worden genomen resp. op plausibiliteit en
volledigheid worden gecontroleerd.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr. +49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten de gebruikelijke kantoortijden 7 dagen per
week, 24 uur per dag ter beschikking.
Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, is deze ondersteuning
in het Engels. De service is gratis, alleen de telefoonkosten zijn van
toepassing.
9.5
Elektronica vervangen
Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervan-
gen.
Bij Ex-toepassingen mag slechts één instrument en één elektronica
met bijbehorende Ex-toelating worden ingezet.
Indien lokaal geen elektronica beschikbaar is, kan deze via uw verte-
genwoordiging besteld worden. De elektronica is op de betreffende
sensor afgestemd en verschilt bovendien in signaaluitgang resp. voor
wat betreft de voedingsspanning.
De nieuwe elektronica moet met de fabrieksinstellingen van de sen-
sor geladen worden. Hiervoor bestaan de volgende mogelijkheden:
•
Af fabriek
•
Lokaal door de gebruiker
In beide gevallen is opgave van het serienummer van de sensor
nodig. Het serienummer vindt u op de typeplaat van het instrument,
op de binnenwand van de behuizing en op de pakbon.
Bij het locaal laden moeten vooraf de opdrachtgegevens van het
internet worden gedownload (zie handleiding "elektronica").
Opgelet:
Alle toepassingstechnische instellingen moeten opnieuw worden
ingevoerd. Daarom moet u na het vervangen van de elektronica een
nieuwe inbedrijfname uitvoeren.
Wanneer u bij de eerste inbedrijfname van de sensor de gegevens
van de parametrering heeft opgeslagen, kunt u deze weer naar de
9 Diagnose, Asset Management en Service
Oplossen
•
Parameter mediumtype controleren, evt.
aanpassen
•
Inbouwpositie en sensoruitlijning optima-
liseren.
63