3. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEDIENING
Wees voorzichtig bij de volgende voorzorgsmaatregelen om de printer goed te gebruiken en de printer de
beste prestaties te laten leveren en blijven te laten leveren.
De printer gebruiken
Laat de printer niet op een hard oppervlak vallen of tegen een hard oppervlak stoten.
◆
Plaats de printer NIET in direct zonlicht.
◆
Let op de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Een geschikte locatie om de printer te gebruiken is:
• Met een temperatuur van: 5°C tot 45°C (41 °F tot 113 °F)
• Met een luchtvochtigheid van: 10%RH tot 90%RH
Raadpleeg het gedeelte met technische informatie over de toegestane luchtvochtigheid bij elke
temperatuur.
Installeer de printer NIET in de buurt van apparaten die sterke elektromagnetische velden
◆
produceren, zoals een kopieermachine.
Plaats de printer NIET op een locatie waar sprake is van roestvormende gassen of siloxaan
◆
enzovoort.
Sluit de AC-adapter of de AC-kabel NIET aan op hetzelfde stopcontact waarop apparaten die geluid
◆
produceren zijn aangesloten.
Open de papierkap NIET tijdens afdrukken of afsnijden.
◆
Sluit de interfacekabel NIET aan en ontkoppel deze NIET tijdens afdrukken of verzenden. Raak de
◆
stekker van de kabel NIET aan tijdens het afdrukken.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
◆
Haal bovendien de AC-stekker uit het stopcontact en plaats het thermisch papier om de geleiderol te
beschermen wanneer u de printer een langere tijd niet gebruikt.
Reinig de printer met een zachte, pluisvrije doek. Gebruik GEEN alcohol of een ander oplosmiddel.
◆
Reinig voor gebruik altijd de aansluitingen met een droge, zachte pluisvrije doek. Wanneer de
◆
aansluitingen vuil zijn, kan er wellicht geen contact worden gemaakt.
Raak de thermische kop NIET rechtstreeks aan. Wanneer u dit wel doet, kan dit resulteren in een
◆
slechte kwaliteit veroorzaakt door vuil, of schade door statische elektriciteit.
Raak de thermische kop NIET als deze nat is. Wanneer u dit wel doet, kan de printer worden
◆
beschadigd.
Maak de thermische kop schoon met een wattenstokje of ander zacht materiaal.
◆
De AC-adapter kan tijdens gebruik heet worden. Dit is normaal en dit betekent niet dat de adapter
◆
defect is.
Wanneer u de printer gebruikt in een omgeving met een lage temperatuur of wanneer u afdrukt met
◆
een hoge snelheid, kunnen de afdrukken minder duidelijk zijn of kan de printer veel geluid maken.
Dit hoort bij het gebruikte papier en betekent niet dat de printer defect is.
5