Ventilatorstand kiezen
Bij aangesloten kachel / airconditioningsysteem
– Selecteer met de draai-/drukknop het symbool in menuregel (3).
– Switch door kort indrukken naar het instelniveau.
– Selecteer met de draai-/drukknop de gewenste ventilatorstand.
– Druk kort op de draai-/drukknop om de waarde te bevestigen.
a
b
2
Verwarming (HEATER)
Symbool Bedrijfs-
Beschrijving
modus
–
OFF
De ventilator is uitgeschakeld.
(Kan alleen worden gekozen als er
geen apparaat in gebruik is).
a
VENT
Luchtcirculatie als er geen apparaat in
1
gebruik is en de warmwaterbereiding
is uitgeschakeld. Het toerental kan op
10 standen worden ingesteld.
b
ECO
Lage ventilatorstand
c
HIGH
Hoge ventilatorstand
2
d
BOOST
Snel opwarmen van de binnenruimte
Beschikbaar als het verschil tussen
de gekozen en de werkelijke binnen-
temperatuur >10 °C bedraagt.
c
d
e
f
3
Kan leiden tot een grotere slijtage van de motor, afhankelijk van de
1.
frequentie van het gebruik.
De ventilatorstand „HIGH" is verbonden met een hoger stroom-
2.
verbruik, een hoger geluidsniveau en een grotere slijtage van de
motor.
Zodra de kachel wordt ingeschakeld (binnentemperatuur,
warmwaterstand ingesteld), wordt in de statusregel (2)
de in de eerdere verwarmingsperiode gekozen ventilatorstand
weergegeven. Voorinstelling is „ECO".
Airconditioningsysteem (AC)
Symbool Bedrijfs-
Beschrijving
modus
–
OFF
De ventilator is uitgeschakeld
(Kan alleen worden gekozen als er
geen apparaat in gebruik is).
a
–
–
b
LOW
Lage ventilatorstand
c
MID
Middelhoge ventilatorstand
d
HIGH
Hoogste ventilatorstand
e
NIGHT
Extra geruisloos lopende ventilator
f
AUTO
Automatische selectie van de venti-
latorstand. Kan in de AUTO-modus
niet worden veranderd.
Automatische klimaatregeling (AUTO)
Bij automatische klimaatregeling is er geen mogelijkheid de
ventilatorstand te selecteren.
– De ventilatorstand van het airconditioningsysteem wordt
automatisch bepaald.
– Voor kachels is alleen „ECO" beschikbaar.
9