Spuitvoorschriften - TWIN STREAM
Instructies voor het verstellen van de hoek voor lucht en vloeistof.
De hoek moet gebruikt worden voor het aanpassen van de vloeistof/
luchtstroom aan de windrichting.
• Stel de spleet naar voren bij rijden tegen de wind in.
• Stel de spleet naar achteren bij rijden met de wind mee.
• In geval van zijwind moet de spleet als volgt versteld worden:
1) Rijsnelheid:
• Als de snelheid hoger ligt dan 8 km/u moet de hoek van de spleet naar
voren gesteld worden (hoe hoger de snelheid, hoe groter de hoek).
2) Gewasdichtheid en -hoogte:
• Als u lage gewassen bespuit, bijv. onkruid in bieten, of op kale grond
spuit moet een naar achteren gerichte hoek gebruikt worden. Door deze
aanpassing wordt terugkaatsing van de spuitvloeistof geminimaliseerd
omdat het luchtgordijn als een "schild" bovenop de spuitvloeistof werkt.
• Bij het bespuiten van hoge en dichte gewassen (bijv. aardappelen) is
het gunstig om dezelfde instelling te gebruiken omdat dit een goede
indringing oplevert.
• Bij het bespuiten van middelhoge tot hoge granen moet men - gezien
de rijsnelheid - proberen een spuithoek te verkrijgen die de druppels
direct in het gewas brengt. Het gewas moet niet zo ver omgebogen
worden door de lucht dat het verdere transport van de druppel naar de
onderste delen van het gewas verhinderd wordt. Wanneer u met een
algemeen aanbevolen snelheid rijdt en met weinig wind, dan is de
beste instelling meestal enigszins naar voren.
• Het verdient aanbeveling de bespuitingskwaliteit (bedekking en
indringing) te controleren met spuittestpapier.
Aanwijzingen voor instelling van de luchtsnelheid
• Het doel van de luchtstroom is de druppels naar het gewas te gelei-
den en de planten te bewegen en dichte gewassen te openen wanneer
indringing nodig is.
• De mate waarin de spuitvloeistof diep in het gewas kan doordingen is
rechtevenredig met de energie van iedere druppel bovenaan het gewas.
• Hoe meer energie de druppels hebben, hoe groter de kans dat ze van
de bovenkant naar de onderkant van het gewas getransporteerd worden.
29