Pagina 7
Specificaties Figuur 1 Sensorafmetingen NITRATAX plus sc Wisserprofiel 1 en 2 mm (0,04 inch en 0,08 inch) NITRATAX clear sc Wisserprofiel 5 mm (0,20 inch) NITRATAX eco sc...
Hoofdstuk 2 Algemene informatie 2.1 Veiligheidsinformatie Lees de gehele gebruiksaanwijzing door alvorens dit apparaat uit te pakken, in te stellen of te gebruiken. Besteed speciaal aandacht aan alle waarschuwingen voor gevaren, en voorzorgsmaatregelen. Wanneer u dit nalaat, kan dit leiden tot ernstig letsel, of beschadigingen aan het apparaat.
Algemene informatie 2.1.2 Waarschuwingsetiketten Lees alle labels en etiketten die aan en op het apparaat zijn bevestigd. Er kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat ontstaan, indien de waarschuwing niet wordt nageleefd. Als er op het instrument een pictogram is afgebeeld, staat er in de handleiding een desbetreffende waarschuwing.
–N wordt als nitrietstikstof in het meetresultaat opgenomen) en staat via de stroomuitgangen ter beschikking. Met diverse bedrijfsmodi voor de relaisuitgangen is lokale regeling mogelijk zonder verdere verwerking van procesdata. Figuur 3 Meetprincipe van de NITRATAX sc Ontvanger, referentie-element UV-lamp Spiegel...
Voor meer informatie over de montage, zie de montagehandleiding. 3.1 Installatieoverzicht Figuur 4 toont een voorbeeld van een NITRATAX sc sensor die is gemonteerd op een sc controller met behulp van een optionele montagesteun. Figuur 4 Installatievoorbeeld met optionele accessoires sc controller met optionele zonnekap Minimumafstand van 100 mm (3,94 inch) tot de bodem.
Wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met de fabrikant of dealer. Figuur 5 Geleverde onderdelen NITRATAX sc sensor met kabel 1 wisserset (5 stuks) voor 1 of 2 mm (0,04 inch en 0,08 inch) sensoren...
Installatie 2. Steek de connector in de bus en draai de wartelmoer handvast aan. Opmerking: De middelste aansluiting van een sc1000 controller is uitsluitend bedoeld voor de displaymodule. Opmerking: Optioneel zijn verlengkabels leverbaar voor de sensor (zie Hoofdstuk 8 op pagina 31).
Hoofdstuk 4 Systeem starten 4.1 Het apparaat onder spanning zetten 1. Sluit de sensor aan op de controller. 2. Schakel de voeding van de controller in. 3. Wanneer de controller de eerste keer wordt ingeschakeld, wordt er automatisch een taalselectiemenu geopend. Selecteer de gewenste taal. 4.
In de datalogger van de sc100 zijn de laatste 7000 waarden van de NITRATAX sc sensor opgeslagen. De datalogger van de sc1000 kan meer dan 7000 waarden opslaan. Het...
5.4 Diagnosemenu sensor KIES SENSORSTATUS> KIES SENSOR (indien er meer dan een sensor is aangesloten) Toont alle actuele foutmeldingen: ERROR LIST VOCHT, R < M, DEXT < 0.0, WISSER POS. ??? , WISSER BLOK. , LAMP !, R TE HOOG, AS-DICHT.
Pagina 21
Werking 5.5 Menu Sensor-setup (vervolg) JA/NEE (plus en clear) BYPASS JA: instelling voor bypass-toepassing (blokkeert het "uitschuiven" van de wisser) Teller voor klantservice-instellingen: 0–1000 dagen (geadviseerd wordt 180 dagen) ONDERHOUD Controleer het onderhoudscontract en voer de vastgelegde waarde (aantal dagen) in. 0 = onderhoud gedeactiveerd Het apparaat reset de instellingen naar de standaardinstellingen.
Pagina 22
Werking 5.5 Menu Sensor-setup (vervolg) Overzicht van BEDRIJFSUREN, PROFIEL, CONTROLEER KAL, SERVICE, DICHTINGEN, AS-DICHTING, MOTOR en FLASH BEDRIJFSUREN: teller PROFIEL: teller 50000–0-negatief getal Opmerking: Negatief bij overschrijding Bij negatieve getallen volgen er waarschuwingsmeldingen CONTROLEER KAL: teller xdagen–0 - negatief getal Opmerking: Negatief bij overschrijding Bij negatieve getallen volgen er waarschuwingsmeldingen SERVICE: teller 180 dagen–0-negatief getal...
Werking 5.6 Sensorkalibratie 1. Selecteer MENU. 2. Selecteer SENSOR-SETUP in het Hoofdmenu en bevestig. 3. Selecteer de betreffende sensor indien er meerdere sensoren zijn aangesloten, en bevestig. 4. Selecteer KALIBRATIE en bevestig. 5. Sluit de opening aan de achterzijde van de meetspleet van 2mm- en 5mm-sensoren met plakband, zodat er geen water kan uitstromen.
Werking 23. DRUK ENTER ALS STABIEL, X.X mg/l NO3, X.X mE wordt weergegeven. 24. Controleer de waarden. Bevestig wanneer de mE-waarde dicht bij de eerder genoteerde waarde ligt. Optie 2 is nu gereed. 25. Selecteer END en bevestig. Opmerking: Alleen de NITRATAXeco heeft éénpuntskalibratie die de offset beïnvloedt. 26.
L E T O P De dichtingen moeten door de onderhoudsdienst van de fabrikant worden vervangen. Voor meer informatie zie het instructieblad van de accessoires van de doorstroomeenheid voor de NITRATAX sc. 6.1 Onderhoudsschema Onderhoudswerk Wekelijks...
Onderhoud 6.2 Meetspleet reinigen G E VA A R Potentieel gevaar in geval van contact met chemische/biologische materialen. Het werken met chemische monsters, standaarden en reagentia kan gevaarlijk zijn. Maak uzelf voorafgaand aan het gebruik vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsprocedures en de juiste werkwijze voor het werken met chemische stoffen en lees alle relevante veiligheidsinformatiebladen en volg de daarin beschreven instructies op.
6. Verwijde de sensor uit het bassin. Opmerking: Zie voor demontage van de sensor uit de doorstroomeenheid het instructieblad van de accessoires van de doorstroomeenheid voor de NITRATAX sc. 7. Bevestig de weergegeven informatie van de OUTPUT MODE. 8. Selecteer VERVANG PROFIEL en bevestig.
Wisser en kap op de juiste plaats vastzetten 6.4 Kalibratie controleren Het NITRATAX sc programma ondersteunt vergelijkende metingen in het kader van Analytical Quality Assurance (AQA = analytische kwaliteitsborging) door een commando dat de factor automatisch op "1" zet en de offset op "0" zet, zodat standaardoplossingen direct zonder andere instellingen kunnen worden gemeten.
Pagina 29
Onderhoud Figuur 9 Kalibratie controleren (bassinuitvoering) NITRATAX sc Pipet met standaardoplossing...
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen 7.1 Foutmeldingen Wanneer de sensor een storing vertoont, knippert de sensormeetwaarde op het meetscherm en worden het relais en de bij deze sensor horende analoge uitgang(en) geblokkeerd. Fouten worden vastgelegd in Tabel Selecteer SENSORSTATUS in het hoofdmenu en bevestig om de oorzaak van de storing te bepalen.
Hoofdstuk 9 Garantie en aansprakelijkheid De producent garandeert dat het geleverde product vrij is van materiaal- en productiefouten, en verplicht zich om defecte onderdelen kosteloos te repareren of te vervangen. De garantieperiode voor apparatuur bedraagt 24 maanden. Indien u binnen 6 maanden na aankoop een servicecontract afsluit, wordt de garantieperiode verlengd tot 60 maanden.