Inhoudsopgave
Advertenties
Werking
5.6.1 Troebelheidscompensatie instellen
22
23. DRUK ENTER ALS STABIEL, X.X mg/l NO3, X.X mE wordt weergegeven.
24. Controleer de waarden. Bevestig wanneer de mE-waarde dicht bij de eerder
genoteerde waarde ligt. Optie 2 is nu gereed.
25. Selecteer END en bevestig.
Opmerking: Alleen de NITRATAXeco heeft éénpuntskalibratie die de offset beïnvloedt.
26. De sensorkalibratie is gereed.
1. Neem een monster van het actief slib bij de meetlocatie na de eerste helft van de
beluchtingsfase. Neem een monster van ca. 100 ml en filter het direct daarna met
behulp van een vouwfilter.
2. Giet het filtraat, net als bij een standaardoplossing, in de meetspleet van de sensor.
Als alternatief kan de meetwaarde ook worden bepaald via een laboratoriummeting
(voor NO
N en NO
–
2
3. Selecteer 1 PUNTS KAL en meet het gefilterde monster.
4. Activeer de wisser en voeg het monster toe totdat de meetwaarde stabiel is.
5. Dompel de sensor onder in het actiefslibbassin.
6. Activeer de wisser een aantal keren totdat het resultaat voor het actief slib stabiel is.
Tel het verschil mE
gefilterd
N).
–
3
–mE
op bij de aangepaste offsetwaarde.
beluchting
Advertenties
Inhoudsopgave
