3. Reinig de sproeiarm onder stromend
water. Gebruik een smal en puntig
gereedschap, bijv. een tandenstoker,
om de vuildeeltjes uit de gaten te
verwijderen.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Onjuiste reparatie van het
apparaat kan een gevaar
voor de veiligheid van de
gebruiker vormen.
Reparaties moeten worden
uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost
Probleem en alarmcode
Je kunt het apparaat niet in‐
schakelen.
4. Steek om de sproeiarm terug te
plaatsen het bevestigingselement in
de sproeiarm en bevestig deze in de
toevoerleiding door deze naar links te
draaien. Zorg ervoor dat het
bevestigingselement op zijn plek
dicht klikt.
zonder contact op te nemen met een
erkend servicecentrum.
Zie de onderstaande tabel voor
informatie over mogelijke problemen.
Bij sommige problemen toont het display
een alarmcode.
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcon‐
tact.
•
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zeke‐
ringenkastje is.
NEDERLANDS
25