AFSTELLINGEN
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het gewichtssysteem kunt bijstellen. Zie de RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
op pagina 26 voor belangrijke informatie over hoe u het meeste voordeel uit uw workout kunt halen. Raadpleeg
ook de bijbehorende oefengids voor de juiste vorm van diverse oefeningen.
Zorg dat alle onderdelen telkens wanneer u gewichtssysteem gebruikt goed vastzitten. Vervang versleten
onderdelen meteen.
HOE DE GEWICHTSINSTELLING TE VERAN-
DEREN
Steek de Gewichtspen (26) onder het gewenste
Gewicht (22) om de instelling van de stapel
gewichten te veranderen. Steek de Gewichtspin
zodanig in dat het gebogen gedeelte tegen de
stapel gewichten aan zit. Draai het gebogen
gedeelte naar beneden.
Let op: Het kan zijn dat door de kabels en
katrollen de hoeveelheid weerstand van iedere
oefenstation wat van de gewichtinstelling kan
afwijken. Gebruik de GEWICHTSWEERSTAND-
SCHEMA op pagina 23 om de bij benadering
hoeveelheid weerstand van elk gewichtstation
terug te vinden.
DE ACCESSORIES VAST TE MAKEN
Maak de Trekstang (35) aan de Bovenste Kabel
(55) van de bovenste katrol oefenstation vast met
een Kabelklem (37).
Maak voor sommige oefeningen de Ketting (83)
tussen de Trekstang (35) en de Bovenste Kabel
(55) vast met twee Kabelclips (37). Stel de lengte
van de Ketting tussen de Trekstang en de
Bovenste Kabel zodanig bij dat de Trekstang
startstand bevindt voor de uit te voeren oefen-
ing
De Trekstang (35) of de Riem van het Handvat (niet
afgebeeld) kan op dezelfde manier aan beide katrol
oefenstations vastgemaakt worden.
83
37
21
22
26
55
37
35