LET OP!
De accessoires en
onderdelen van het apparaat
zijn niet
vaatwasserbestendig.
8.2 Periodieke reiniging
De apparatuur moet regelmatig worden
gereinigd:
1. Reinig de binnenkant en de
accessoires met lauw water en wat
neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van resten zijn.
3. Spoel en droog grondig.
8.3 Het apparaat ontdooien
Rijp wordt elke keer als de
motorcompressor tijdens normale
9. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Zie de hoofdstukken over
veiligheid.
9.1 Wat te doen als...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
De compressor werkt voort‐
durend.
werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd.
Het dooiwater wordt via een gootje
afgevoerd naar een speciale opvangbak
aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressor, waar het
verdampt.
8.4 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange periodes niet gebruikt
wordt:
1. Koppel het apparaat los van de
stroomtoevoer.
2. Verwijder alle etenswaren.
3. Reinig het apparaat en alle
accessoires.
4. Laat de deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat staat niet sta‐
biel.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
NEDERLANDS
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op
een ander stopcontact.
Neem contact op met een
erkend elektrotechnisch in‐
stallateur.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Bediening".
19