Na de kalibratie ziet u afwisselend de volgende twee schermen op het display:
Meerdere sensoren gekalibreerd!
en
CO = Pass
H2S = Pass
O2 = Pass
LEL = Pass
Een mislukte sensorkalibratie wordt als volgt aangegeven:
CO = Fail
H2S = Pass
O2 = Pass
LEL = Pass
Probeer opnieuw te kalibreren als de kalibratie van een sensor is mislukt. Vervang de
sensor als de kalibratie weer mislukt.
6.6
Eén sensor kalibreren
Via deze procedure wordt het tweede punt in de kalibratiecurve van één sensor bepaald.
Op het display wordt eerst een aftelprocedure van 60 naar 0 seconden weergegeven.
Daarna worden de namen van de sensoren, de geslaagde of mislukte kalibratie, en de
kalibratiewaarde voor elke sensor weergegeven.
Selecteer de sensor die u wilt kalibreren door op [MODE] te drukken tot de naam van de
sensor is gemarkeerd. Druk vervolgens op [Y/+] om te wisselen tussen ingeschakeld
(aangeduid door een asterisk, *) en uitgeschakeld (geen asterisk).
Nadat u de sensor die u wilt kalibreren hebt geselecteerd, kan de kalibratie worden
uitgevoerd.
1. Plaats de kalibratieadapter op de QRAE II (alleen QRAE II Diffusion).
2. Sluit de regelaar aan op de cilinder met kalibratiegas.
Belangrijk! Controleer of u het juiste kalibratiegas met de juiste concentratie
gebruikt. Controleer ook of de houdbaarheidsdatum van het gas nog niet is
verstreken. U vindt deze datum op het etiket van de cilinder.
3. Als u een QRAE II Diffusion gebruikt, koppel dan een slang aan de
kalibratieadapter en aan de regelaar. Als u een QRAE II Pump gebruikt, koppel
dan een slang aan de regelaar en aan de ingang op de voorzijde van de QRAE II
Pump.
4. Schakel de regelaar in om de toevoer van kalibratiegas te starten.
5. Druk op [MODE] tot OK is gemarkeerd.
6. Druk op [Y+] om de kalibratie te starten.
Gebruikershandleiding QRAE II
Pagina 53