Waarde gemiddeld alarm wijzigen. Met deze functie kunt u de STEL-waarden van
afzonderlijke sensoren van de QRAE II instellen. Opmerking: deze functie omvat geen
LEL- of zuurstofsensoren.
1. Selecteer een sensor door op [MODE] te drukken tot de naam van de sensor is
gemarkeerd.
2. Druk op [MODE] om te wisselen tussen de cijfers van de sensor.
3. Druk op [Y/+] om de waarde te verhogen van 0 tot 9. Als u de 9 hebt bereikt en
opnieuw op [Y/+] drukt, begint het tellen automatisch weer bij 0.
4. Houd [MODE] 3 seconden ingedrukt om naar de volgende sensor te gaan.
5. Herhaal de stappen 2 en 3 voor elke sensor.
Nadat u alle benodigde aanpassingen hebt aangebracht:
6. Druk op [MODE] om door te gaan naar Save (Opslaan) of Quit (Afsluiten).
7. Selecteer Save (Opslaan) en druk op [Y/+] als u de instellingen wilt opslaan, of
druk op [MODE] om naar Quit (Afsluiten) te gaan als u de instellingen niet wilt
opslaan.
Terug. Druk op [MODE] om terug te gaan naar het begin van het menu Change Alarm
Limits (De alarmwaarden wijzigen) of druk op [Y/+] om terug te gaan naar het begin van
het menu in de normale modus.
4.6
Datalog wijzigen
De QRAE II berekent de gaswaarde en slaat deze op op basis van een door de gebruiker
opgegeven dataloggingperiode en het type meting. Gemiddelde waarden, piekwaarden en
minimumwaarden kunnen voor elke sensor worden opgeslagen tijdens elke
datalogginginteverval. De datalogginginterval kan worden ingesteld van één seconde tot
3600 seconden (60 minuten) met intervallen van 1 seconde. Daarnaast worden het
serienummer, de datum van de laatste kalibratie en de alarmwaarden opgeslagen. Alle
gegevens worden opgeslagen in een niet-vluchtig geheugen, zodat ze later kunnen
worden gedownload naar een pc.
Het menu Change Datalog (Datalog wijzigen) heeft zes submenu's:
Alle gegevens wissen
Datalogperiode wijzigen
Datatype selecteren
Datalog inschakelen/uitschakelen
Datalog starten/stoppen
Type geheugen vol selecteren
Gebruikershandleiding QRAE II
Pagina 32