Werkingslimieten
Gebruik het systeem in de volgende temperatuurs- en vochtigheidsbereiken opdat het veilig en doeltreffend zou kunnen werken.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Vochtigheid binnen
(a)
Opdat er geen condensatie en water uit het systeem zouden druppelen. Indien de temperatuur of de vochtigheid buiten deze
condities valt, zou het kunnen dat veiligheidstoestellen in werking worden gezet en dat de airconditioner niet werkt.
Het insteltemperatuurbereik van de afstandsbediening is:
Koeling
18-32°C
Voorzorgsmaatregelen bij het selecteren van
de plaats
1) Kies een plek die stevig genoeg is om het gewicht en de trillingen van de unit te weerstaan en waar het werkingsgeluid niet wordt
versterkt.
2) Kies een plaats waar de hete lucht uit de unit of het door de unit geproduceerd geluid de buren van de gebruiker niet kunnen storen.
3) Vermijd plaatsen naast een slaapkamer en dergelijke, zodat het geluid dat hij maakt tijdens de werking geen overlast veroorzaakt.
4) Er moet overal voldoende ruimte zijn om de unit naar en van de installatieplaats te brengen.
5) Er moet voldoende plaats zijn voor luchtdoorstroming en er mogen zich geen belemmeringen rond de luchtinlaat en -uitlaat bevinden.
6) De plaats moet vrij zijn van de mogelijkheid van een brandbaar gaslek vlakbij.
7) Plaats de units, de stroomkabels en de kabels tussen de units op minstens 3 m van televisies en radio's. Dit om storingen van
beeld en geluid te voorkomen. (Er kunnen echter, afhankelijk van de radiogolfomstandigheden, nog storingen worden gehoord,
zelfs wanneer deze afstand meer dan 3 m bedraagt.)
8) In kuststreken of andere plaatsen waar de lucht zout of sulfaatgas bevat, kan corrosie de levenscyclus van de airconditioner
negatief beïnvloeden.
9) Aangezien de buitenunit een afvoer heeft, mag er niets onder de unit worden geplaatst dat niet vochtig mag worden.
NOOT
Units mogen niet aan het plafond worden gehangen of op elkaar worden gestapeld.
VOORZICHTIG
Wanneer de airconditioner bij lage buitentemperaturen moet werken,
volg dan zeker de volgende richtlijnen.
• Monteer de buitenunit met zijn aanzuigzijde naar de muur gedraaid,
zodat deze uit de wind is.
• Monteer de buitenunit nooit op een plaats waar de aanzuigzijde
rechtstreeks in de wind staat.
• Het is aan te raden een geleideplaat te plaatsen op de
luchtafvoerzijde van de buitenunit, zodat deze uit de wind is.
• In gebieden met zware sneeuwval dient u ervoor te zorgen dat de
sneeuw de werking van de unit niet kan beïnvloeden.
3
Koeling
–10~46°C
18~32°C
(a)
≤80%
Verwarming
10-30°C
Verwarming
–15~24°C
10~30°C
AUTO
18-30°C
● Bouw een groot afdak
● Bouw een voetstuk
Installeer de unit hoog genoeg
van de grond zodat hij niet in de
sneeuw staat.
Nederlands