REMKO
Niveau 4 - SPECIALIST - Beschrijving van de parameters en instelwaarden - Vervolg
Warmtepomp - Vervolg
Omschrijving
Waardebereik
E 1 Functie
E 2 Functie
F 15 Functie
RL Offset
Min T-WW WE
0,0°C-90,0°C
Min T-PU WE
Max WE Blokkeertijd
Uit/10-210 min
Impulswaarde
Impulseenheid
MinVolStroom
Koelbedrijf
De koelmachines worden op de teruglooptemperatuur T-RL Koelen afgeregeld (schakelhysterese 2K).
Omschrijving
Waardebereik
T-RL Koelen
10,0°C-25,0°C
Koelen Uit bij WW
Koelen met WP
00(Uit)/01(Aan)
34
WARMTEPOMP-MANAGER MULTITALENT-PLUS
Fabrieksinstelling
00-03
02
00-03
03
00-08
07
-5,0K-15,0K
0,0K
45,0°C
0°C-90°C
0, 0 °C
Uit
1
l/imp
l/imp
... l/min
12,0 l/min.
Fabrieksinstelling
15,0°C
Aan/Uit
Aan
01
Beschrijving
Beschrijving zie specialistenmenu
Instellen van de terugloop offset temperatuur.
De warmtepompen worden na de vrijgave niet
uitgeschakeld, voordat op voeler 17 de waarde
[Combivoeler Richttemperatuur–RL offset] wordt bereikt.
Instellen van de minimale warmwatertemperatuur voor het
uitsluitend gebruik van de warmtepompen.
Om de hier ingestelde temperatuur in het WW-reser-
voir te bereiken werkt alleen de warmtepomp.
Instellen van de minimale buffertemperatuur voor warmte-
generatoren, niet relevant voor REMKO.
Tot de hier ingestelde temperatuur in het bufferreservoir
[voeler 02] wordt bereikt, wordt tijdens de bufferlading
alleen de warmtepomp gebruikt.
Instellen van de maximale blokkeertijd voor warmtegeneratoren
(schakelbeveiliging).
Bij het blokkeren van de conventionele WE's worden deze
na afloop van de hier ingestelde tijd weer vrijgegeven, tot de
richtwaarde bij de combivoeler, oftewel in het reservoir, is bereikt.
1
Configuratie van de volumestroomgever voor de WMZ
Configuratie van de volumestroomgever voor de WMZ
Bij het onderschrijden van de hier ingestelde volumestroom
schakelt de warmtepomp tijdvertraagd na 2 minuten uit en
er gaat een storing van de warmtepomp af.
Beschrijving
Instellen van de maximale teruglooptemperatuur bij het
koelbedrijf.
Bij koudevraag wordt de warmtepomp ingeschakeld, als
de hier ingestelde temperatuur in de terugloop [voeler 17]
wordt overschreden (bedrijfsmodus „Koelen" moet
actief zijn).
De warmtepomp wordt uitgeschakeld, als de temperatuur bij
voeler 17 met 2K onder de hier ingestelde temperatuur zakt.
Het koelbedrijf wordt bij het activeren van de
warmwaterbereiding onderbroken.
De warmtepomp wordt uitgeschakeld, als de signalen „WP-
blokkering" of „WP-storing" bij de ingangen F15 of E1 of
E2 binnenkomen (= 01/AAN).
Configuratie.