3-2 Instelling > Sonar
Druk twee keer op MENU om het Setup-menu
weer te geven en druk vervolgens op Sonar:
snelheid van het scherm.
Snellere scrollsnelheden in combinatie met een
lage vaarsnelheid (tussen de 2 en 6 knopen) geeft
de vissen met de grootste precisie weer. Medium
of Langzaam scrollsnelheden resulteren in sonar
informatieweergave over een langere periode,
maar in minder detail. Zie sectie 4-1 Verklaren
van het beeldscherm, voor meer informatie.
VisÞ lter
Gebruik dit om het kleinste vissymbool weerge-
geven te zien. U hebt de keus uit: Klein, Mid-
del en Groot.
Palet
Gebruik dit om uw kleurenpalet te selecteren. Elke
kleur op het palet staat voor een andere echoster-
kte, zoals aangegeven op de sonarschermen.
U heeft de keuze uit vijf kleurenpaletten:
b l a u w , w i t , l e v e n d i g en
z w a r t ,
8 kleuren. De eerste vier laten meer detail
zien, terwijl het 8-kleurenpalet een groter
onderscheid van signaalsterkte mogelijk maakt
tussen de naast elkaar liggende kleuren. Voor
het 16-kleurenpalet staat elke kleur voor een
signaalbereik van 1.5 dB. Voor het 8-kleuren-
palet beslaat elke kleur 3 dB signaalbereik.
Kleurenbalk
Dit laat de kleuren zien die gebruikt zijn in het
geselecteerde kleurenpalet.
Het kan Aan- of uitgeschakeld worden. Als het
Aan is verschijnt het aan de linkeronderkant van
alle sonarschermen.
Cijfergrootte
Gebruik dit om de diepteweergave op de sonarbeeld-
schermen te verwijderen of veranderen. U hebt de
keus uit: Klein, Middel en Groot.
Bodem vastzetten
Indien Bodem vastzetten Aan is, dan
66
Scrolsnelheid
Gebruik dit om de
scrollsnelheid van het
beeldscherm in te stel-
len. U hebt de keuze
uit: Heel snel, Snel,
Medium, Langzaam,
en Rust. De diepte
van het water is ook
van invloed op de
NAVMAN
beweegt de zoomsectie zich zo dat de bodem
altijd wordt weergegeven in de zoomsectie,
onafhankelijk van veranderingen in diepte.
Indien Bodem vastzetten Uit is, dan wordt
de bodem niet weergegeven in de zoomsectie
wanneer het zich buiten het bereik dat door de
zoombalk wordt weergegeven bevindt.
Het gebruik van de bodem vastzetten- en
A-scope-functies tegelijkertijd kan een goede
hulp zijn bij het herkennen van het bodemtype.
Vissymbolen
Deze verschijnen alleen op de voornaamste so-
narbeeldschermen. Vissymbolen kunnen op drie
manieren worden weergegeven:
•
Als een vissymbool (Aan).
•
Als een vissymbool met diepte (Aan +
diepte). De diepte wordt naast het vis-
symbool weergegeven.
•
Uitgeschakeld (Uit) zodat de echo's niet
in vissymbolen worden veranderd, maar
direct worden weergegeven.
StoringsÞ lter
Dit Þ ltert het echosignaal ter vermindering van
storende harde geluiden, zoals motorlawaai.
Het kan Aan- of Uitgeschakeld worden.
Datatitel
De datatitel kan In- of Uitgeschakeld worden.
Wanneer het aan staat is het een functie die u zo
in kunt stellen dat er 12 data-items worden weerge-
geven, zoals vaarsnelheid en brandstofverbruik.
Om het formaat van de datatitel aan te passen
highlight u Afmeting en drukt u op ENT. U heeft
de keuze uit Klein, Middel, Groot.
Om de weergegeven data-items aan te passen:
1. Highlight u Data instelling en drukt u
op BEVESTIG. De datatitel zal zo in formaat
toenemen dat het alle twaalf datavelden weer
kan geven. Sommige datavelden zijn blank.
2. Gebruik de cursortoetsen om van dat-
aveld naar dataveld te bewegen.
3. Druk op ENT op een willekeurig dataveld
om de lijst van data-items die daar kun-
nen worden weergegeven te zien.
4. Highlight het gewenste data-item en ENT.
Het data-item wordt meteen in dat veld
weergegeven.
5. Druk op ESC wanneer u klaar bent
en de datatitel zal automatisch van
formaat veranderen.
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações