3-3 Instelling > Brandstof (alleen voor FISH 4380)
Deze functies kun-
nen alleen worden
gebruikt indien de
optionele enkele of
twinmotor brand-
stofkit is geïnstal-
leerd.
Druk een of meer-
dere
keren op
MENU totdat het
Instellings menu
wordt weergegeven en kies dan Brandstof:
Waarschuwing
Navman brandstofkits zijn alleen geschikt
voor benzinemotoren.
Brandstofverbruik kan drastisch veranderen,
afhankelijk van de boots lading en de zeecon-
dities. Neem altijd voldoende brandstof mee
voor de reis, plus een reserve.
We bevelen aan dat het volume van de ben-
zinetank wordt gemeten door de tank leeg te
laten lopen en dan volledig te vullen. Na het
vullen leest u het aantal liters af van de ben-
zinepompmeter.
Opmerking: Pas op voor luchtbellen, speciaal
in ondervloerse tanks.
Volle tank
Kies T a n k
v o l elke keer wanneer de
brandstoftank(s) volledig gevuld worden.
Wanneer u gevraagd wordt Zeker weten?
kiest u dan Ja. Indien u dit niet doet, is de af-
lezing op het brandstofbeeldscherm (zie sectie
5-5 Brandstofbeeldscherm) waardeloos en het
Weinig brandstof-alarm (zie sectie 3-5 Instell-
ing > Alarmen) is nietszeggend.
Instelling resterend
Voordat u de tank ten dele opvult of handmatig
brandstof uit de tank verwijdert (bijv. door het
over te tappen):
1. Noteer de Resterend aß ezing op het
Brandstofscherm.
2. Noteer hoeveel brandstof toegevoegd of
verwijderd wordt.
3. Bereken hoeveel brandstof zich nu in de
tank bevindt.
4. Kies Instellen resterend en pas de
afgelezen hoeveelheid aan.
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações
Het is belangrijk dat u dit doet telkens wanneer er
brandstof wordt toegevoegd of verwijderd, omdat
anders de aß ezing op het brandstofbeeldscherm
(zie sectie 5-6 Brandstofbeeldscherm) waarde-
loos is en het Weinig brandstof-alarm (zie sectie
3-5 Instelling > Alarmen) nietszeggend.
Wis verbruik
Kies Wis verbruik om Verbruikt (de hoe-
veelheid verbruikte brandstof) in te stellen. Doe
dit wanneer u wilt beginnen de hoeveelheid
brandstof te meten die wordt verbruikt over
een zekere afstand.
Wanneer wordt gevraagd Zeker weten?
kiest u Ja.
Tankafmeting
Voer de inhoud van de brandstoftank in.
Aantal motoren
Stel het aantal motoren in op 0, 1, of 2. Indien
0 wordt gekozen wordt de brandstoffunctie
uitgezet.
Kalibreren
Zie sectie 3-8 Instelling > Kalibreren voor
informatie over het kalibreren van (een)
brandstoftransducer(s)
FlowÞ lter
De meeste motoren nemen geen constante ho-
eveelheid benzine uit de tank. Om een stabiele
brandstof-ß ow-aß ezing te krijgen, berekent de
Þ shÞ nder de ß ow-waarde(s) door het gemid-
delde van meerdere lezingen te nemen. Ge-
bruik het ß owÞ lter om de periode waarover het
gemiddelde wordt genomen in te stellen.
Voor twinmotoren dient de brandstof-ß ow voor
elke motor afzonderlijk ingesteld te worden.
Het ß owÞ lter kan worden ingesteld van 0 tot 30
seconden. Gebruik de laagste waarde die een
stabiele ß ow-waarde geeft. Normaalgesproken
geeft een waarde van 5 tot 10 seconden een
goed resultaat voor tweetakt carburateurmoto-
ren. Injectie- of viertaktmotoren hebben wellicht
een hogere waarde nodig.
Dit is van invloed op de Brandstof-ß ow en
het Brandstofverbruik op het Brandstof-
scherm (zie sectie 5-5 Brandstofbeeldscherm),
maar het heeft geen invloed op de Brandstof
verbruikt.
NAVMAN
67