Hoofdstuk 8
Groepen voor rondsturen
instellen
Met behulp van groepen, die in een
ééntoetsnummer of snelkieslocatie kunnen
worden opgeslagen, kunt u hetzelfde
faxbericht naar verschillende nummers
verzenden door alleen op de toets voor het
ééntoetsnummer te drukken, of op
(Telefoonboek), de twee cijfers van de
snelkieslocatie en Mono Start. Eerst moet u
elk faxnummer opslaan in een
ééntoetsnummer of snelkieslocatie.
Vervolgens kunt u deze als nummers in de
groep opnemen. Elke groep heeft een eigen
ééntoets- of snelkieslocatie. U kunt maximaal
zes groepen instellen, of u kunt maximaal
164 (MFC-5890CN en MFC-5895CW) of 204
(MFC-6490CW) nummers toewijzen aan een
grote groep.
(Zie Snelkiesnummers opslaan
op pagina 75 en Rondsturen (alleen
monochroom) op pagina 43.)
a
Druk op
(Telefoonboek).
b
Druk op a of b om Groepsinstell. te
kiezen.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om GROEP1, GROEP2,
GROEP3, GROEP4, GROEP5 of GROEP6
te kiezen als groepsnaam waaronder u
de faxnummers wilt opslaan.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om de tweecijferige
ééntoets- of snelkieslocatie te
selecteren die u aan de groep wilt
toevoegen.
Druk op OK.
Opmerking
Snelkiesnummers beginnen met #.
Eéntoetsnummers beginnen met l.
78
e
Druk op a of b om Nummer toevoegen
te kiezen.
Druk op OK.
8
f
Als u nummers aan de groep wilt
toevoegen, drukt u op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en OK te
selecteren.
Opmerking
Snelkiesnummers beginnen met #.
Eéntoetsnummers beginnen met l.
g
Nadat u alle nummers heeft toegevoegd
door stap e tot en met f te herhalen,
drukt u op a of b om Voltooien te
kiezen.
Druk op OK.
h
Druk op Stop/Exit.
Opmerking
U kunt een lijst met alle ééntoets- en
snelkiesnummers afdrukken.
Groepsnummers worden gemarkeerd in
de kolom GROEP. (Zie Rapporten
op pagina 82.)