Hoofdstuk 3
Papierinstellingen
Papierformaat en -soort
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Papiersoort
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
d
Druk op d of c om Normaal papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
te kiezen.
Druk op OK.
e
Druk op Stop/Exit.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
28
Papierformaat
3
U kunt zeven papierformaten voor het
afdrukken van uw kopieën gebruiken: A4, A5,
A3, 10 × 15 cm (4 × 6 in.), Letter, Legal en
Ledger. Voor het afdrukken van faxen heeft u
3
de keuze uit vijf formaten: Ledger, Letter,
Legal, A3 en A4. Wanneer u een ander
papierformaat in de machine laadt, moet u
3
ook de instelling voor het papierformaat
veranderen, zodat uw machine een
binnenkomende fax op het blad kan
inpassen.
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
d
Druk op d of c om A4, A5, A3, 10x15cm,
Letter, Legal of Ledger te kiezen.
Druk op OK.
e
Druk op Stop/Exit.
Papierformaat en -soort
(alleen MFC-6490CW)
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
U kunt zeven papierformaten voor het
afdrukken van uw kopieën gebruiken: A3, A4,
A5, 10 × 15 cm (4 × 6 in.), Ledger, Letter en
Legal. Voor het afdrukken van faxen heeft u de
keuze uit vijf formaten: A3, A4, Ledger, Letter
en Legal. Wanneer u een ander papierformaat
in de machine laadt, moet u ook de instelling
voor het papierformaat veranderen, zodat uw
machine een binnenkomende fax op het blad
kan inpassen.
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
3
3